Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 mei 2025
Den tweeden October van het jaar 1572 was het gedwongen de poorten voor den vijand te openen, en stond toen gedurende een drietal dagen aan de plundering der soldaten bloot. Het vreeselijk lot der ongelukkige stedelingen verwekte een storm van verontwaardiging door het gansche land, en in plaats van tot verdeemoediging wekte het het hevigste verzet op.
Dat zijn die namen, welke geheel of ten deele uit woorden en formen van woorden bestaan, welke slechts in de friesche taal voorkomen, en aan de andere nederlandsche gouspraken vreemd zijn. Tot die namen behooren de volgenden: Soepboer, dat is te zeggen: karnemelk-boer; sûpe, men spreke soepe ongeveer, is het friesche woord voor karnemelk; de friesche stedelingen zeggen suup; zie bl. 302 en 422.
Het huis was gebouwd in het midden van een groot park van amandelboomen op een vrij hoog terras, zoodat wij uitzicht hadden op het wonderschoone meer van Srinagar; de stedelingen praten altijd van het Dal, dat is het meer, juist als de Parijzenaars van het Bois, als ze het Bois de Boulogne bedoelen. Het "Dal" dan was prachtig in dit herfstlicht.
»'t Zal wel veranderen«, lachte hij; »'t zal wel veranderen.« Jo en Klaas maken kennis. Den volgenden middag gingen Jo en Nel naar de dorpsschool. Ongeveer zeventig kinderen vermaakten zich op de speelplaats. Ze maakten een lawaai, dat iemand hooren en zien verging. Maar toen de twee stedelingen kwamen, werd alles stil. »Daar zijn ze; daar zijn ze!« Zoo klonk het van alle kanten.
En 3. uit Stads- en Landsspraak, als Tserkgaast, Molkweeren. De zelve Dorpen, anders in 't gemeen, als by stedelingen en landlieden, als Nieukerk, Nykerk, Nytjerke: Molkweeren, Molkwarren. Naar oude misspellinge, Hyelsum voor Jelsum; Hyaure voor Jaure of Joure; en Greonterp voor Grien of Groenterp. In verkorting, als Birdaard voor Birdewerd, Oestrum voor Eestroom, Raard voor Raawerd, enz.
De dankbare stedelingen, die van de nabijheid dezer vrome mannen allerlei heil voor hunne stad hopen, voorzien hunne kluizen rijkelijk van al het noodige. Een dezer verblijven is vooral merkwaardig: het is eene kluis, boven in een steilen rotswand, door een kleinen vijver van den openbaren weg gescheiden, uitgehouwen.
Op de koopdagen stroomen de landlieden uit den omtrek, de Kirghisen van de naburige kampementen, reeds in den vroegen morgen, naar den bazar. Ook de stedelingen begeven zich, bijna met het krieken van den dageraad, daarheen: zij komen niet om te koopen of te verkoopen, maar om te zien, om mede te wandelen met de menigte, om ook deel te nemen aan de standjes, en de nieuwtjes op te vangen.
Zij vinden dat bestaan veel meer naar hun zin, dan het verblijf in een gemakkelijk ingericht woonhuis, en in den zomer slaan de stedelingen overal in het open veld hun tenten op, om de genoegens te smaken van het voorvaderlijk nomadenleven. Men kan zich thans een voorstelling vormen van de moeilijkheden, waarmede het verkeer gepaard gaat.
De Tiven zijn maar een kaste, en een zeer lage kaste, van de Soedra's, die hier Souderen worden genoemd. Men kan hen in twee categorieën verdeelen, de stedelingen en het landvolk; de eerste klimmen niet in de kokospalmen, maar voeren zoowat van alles uit buiten de werkzaamheden, opgedragen aan bepaalde kasten.
In één woord, aan de gansche zuidzijde der stad had een onophoudelijk gegons plaats, dat zich reeds op een geruimen afstand hooren liet, en dat de stedelingen stellig zou belet hebben, een oogenblik rust te genieten, indien zij niet zelven op dien tijd alle gedachten aan rust en stilte uit hun geest hadden verbannen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek