United States or Palestine ? Vote for the TOP Country of the Week !


Deze kan men in een houten mandje met wat sphagnum of anders op een stukje kurkschors kweeken. Zij heeft lichtgroene, wit bepoederde bladeren, en haar kleine, blauwe bloemen worden door prachtige, lichtrose schutbladeren omgeven. Als kamerplanten zijn onder de Bromeliaceeën nog zeer dankbaar de Æchmea fulgens, de Billbergia amoena en de Billbergia nutans.

De potten moeten goed gedraineerd zijn. Voor het verplanten gebruikt men zeer grove, vezelige heiaarde of boschgrond, gehakt sphagnum en kleine stukjes graszodengrond. Bij dit grondmengsel voegt men een goede hoeveelheid scherp zand, benevens stukjes houtskool. Deze aarde moet niet te vast aangedrukt worden.

Het geheele in bloei trekken der kiemen vordert ongeveer van 20-25 dagen. Heeft men de kiemen zeer vroeg geforceerd, dan zullen zij wel bloemen, maar geen bladeren ontwikkelen. Om dan aan het geheel wat meer leven te geven, en de witte bloempjes wat beter te doen uitkomen, legt men tusschen de bloemtrosjes levend sphagnum, of wel, men plant er kleine Varens tusschen.

De Cypripediums moeten in niet te diepe potten, die goed gedraineerd zijn, geplant worden; als aarde gebruikt men heideaarde, die met wat kleigrond en gehakt sphagnum vermengd wordt. Zij willen geregeld bespoten en tamelijk goed vochtig gehouden worden, terwijl het zeer goed is ze, wanneer zij in vollen groei zijn, nu en dan slap te gieren.

Het best doet een liefhebber zich bij een vertrouwbaren kweeker bereiden Orchideeën-grond aan te schaffen; kan hij die niet verkrijgen, dan zoekt hij in een bosch plekken met inlandsche Varens op, steekt die met de wortels uit den grond, en trekt die wortels met de er tusschen zittende aarde in stukjes, hierdoorheen mengt hij gehakt sphagnum en half verteerde bladaarde, waar alle fijne deelen uitgezeefd zijn, alles in gelijke deelen; wordt hierbij voldoende scherp zand en stukjes houtskool gevoegd, dan heeft men een zeer goede aarde voor Orchideeën.

Zoodra zij goed teekenen van leven gaan geven, neemt men de knollen uit den turfmolm en plant ze in niet te groote potten in een mengsel van ruwen boschgrond, vermengd, zoo mogelijk, met wat turfstrooiselmest, gehakt sphagnum en stukjes houtskool.

Juist voor Cactussen met haar, in vergelijking met andere planten, zwak wortelgestel, zijn te groote potten nadeelig; de wortels kunnen niet in alle richtingen door de aarde heen, die daardoor niet opdroogt, verzuurt en zoodoende ziekte van de plant veroorzaakt. De potten moeten van een goede drainage voorzien worden; hierop legt men wat grof sphagnum en daarop een laagje aarde.

In Zwitserland bewoont het Korhoen zoowel de wouden van de hooge bergstreken als de middelste woudgordel; gaarne verheft het zich tot den grens van den boomgroei; hier bezoekt het dan de open plaatsen, die met heide of met boschbessen en braamstruiken dicht bezet zijn en de wildernissen der kromhoutdennen, die het een goede schuilplaats verschaffen. "In Zwitserland," zegt Tschudi, "is ongetwijfeld geen gebied rijker aan Korhoenderen dan Grauwbunderland; hier zijn zij het talrijkst in het met donkere bergwouden en sombere rotswanden gevulde Val Mingen, een zelden bezochte zijarm van het Val da Scarl in Beneden-Engadin. In de struikachtige kromhout-, bergdennen- en arvebosschen van dit gewest hoort men de hanen in de lente overal om zich heen balderen." Op de Oostenrijksche Alpen bewoont het Korhoen steeds een hoogeren gordel dan het Auerhoen; het is hier even veelvuldig als in de Karpathen en de Beiersche Alpen. Ook in de dichtbegroeide hooge veengronden wordt het overal aangetroffen. Deze worden in Beieren "Filze" genoemd en bestaan uit veenmos (Sphagnum), begroeid met struikheide, andromeda, boschbessen en met kromhoutdennen, die uitgestrekte wouden van 3

Het best zet men ze in zeer ruwen bosch- of vezelgrond, vermengd met gehakt sphagnum en stukjes houtskool. Door zeven verwijdert men alle fijnere deelen uit deze aarde, waarna men er nog wat zand doorheen mengt.

Dit geslacht bestaat uit niet veel soorten, die met uitzondering van een Australische, allen in den Maleischen Archipel te huis behooren. Zij vormen vaak tamelijk hooge stammen, die rijkelijk luchtwortels maken. Zij worden gekweekt in mandjes of potten met gaten en moeten uitsluitend in sphagnum geplant worden. Een der sierlijkste soorten is Vanda coerulea, met schoone hemelsblauwe bloemen.