Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 mei 2025
Zoo werden ook vele dorre hooge veengronden in het zuidoosten van Friesland in dezen tijd in vruchtgevende akkers herschapen, door ze af te graven, den turf te vervoeren, groote vaarten aan te leggen en de afgegravene landen te ontginnen.
Niets stuit dien eentonigen weg: hij steekt de rivieren over, hij vervolgt zijn loop over steenen, moerassen en veengronden; hij kruipt voort over gebroken rotsen; hij bestijgt de lage heuvelen, en daalt af in de vochtige valleien.
Van Marle had groote bezittingen in de Avereester venen, waar de woeste, ongerepte veengronden zich uren ver ook buiten zijn eigendom uitstrekten en waar de uiterst armoedige streek tot welvaart en ontwikkeling zou kunnen komen, als men de schatten van den bodem maar zou kunnen ontginnen.
Want, van waar zoo veele Overblijfselen? als bij voorbeeld: lederen Kolders, ruyge Mutsen, Schoenen, Potten, geplaveide Vuursteden, Heggen, Sloten, Wegen, hoorns van Ossen en Herten, Tanden van Dieren en andere Saacken, welke men onder de Veengronden vindt." Ook te Hoogeveen is de vondst, in het verhaal vermeld, niet de eenigste van dien aard.
Tot verblijfplaats kiest hij onvruchtbare zandstreken, die met kort gras en andere kruiden begroeid zijn, of met biezen bedekte veengronden. Hij leeft hier eenzaam of paarsgewijs en zeer teruggetrokken; zonder Hond kan men hem moeilijk opsporen.
De Boschruiter daarentegen vertoeft hier van April tot Augustus en broedt op veengronden; zijn in het noorden broedende soortgenooten, die hier in Augustus komen en soms veelvuldig aan poelen en slooten waargenomen worden, trekken in October verder zuidwaarts.
De Rotte, het ondiepe, kronkelende watertje, met zijn uitgestrekte moerassen aan weerszijden veengronden, die half onder, half boven het water uitstaken kon hiervoor maar moeilijk dienen. Geen wonder, dat deze »Wilde Venen« door geen menschenvoet werden betreden, dat daar geen andere bewoners werden aangetroffen, dan lepelaars, reigers en roerdompen.
In Zwitserland bewoont het Korhoen zoowel de wouden van de hooge bergstreken als de middelste woudgordel; gaarne verheft het zich tot den grens van den boomgroei; hier bezoekt het dan de open plaatsen, die met heide of met boschbessen en braamstruiken dicht bezet zijn en de wildernissen der kromhoutdennen, die het een goede schuilplaats verschaffen. "In Zwitserland," zegt Tschudi, "is ongetwijfeld geen gebied rijker aan Korhoenderen dan Grauwbunderland; hier zijn zij het talrijkst in het met donkere bergwouden en sombere rotswanden gevulde Val Mingen, een zelden bezochte zijarm van het Val da Scarl in Beneden-Engadin. In de struikachtige kromhout-, bergdennen- en arvebosschen van dit gewest hoort men de hanen in de lente overal om zich heen balderen." Op de Oostenrijksche Alpen bewoont het Korhoen steeds een hoogeren gordel dan het Auerhoen; het is hier even veelvuldig als in de Karpathen en de Beiersche Alpen. Ook in de dichtbegroeide hooge veengronden wordt het overal aangetroffen. Deze worden in Beieren "Filze" genoemd en bestaan uit veenmos (Sphagnum), begroeid met struikheide, andromeda, boschbessen en met kromhoutdennen, die uitgestrekte wouden van 3
Hij is niet in staat tot langdurig hollen, maar maakt zich toch zeer snel en met ongeloofelijke volharding uit de voeten; sommige schrijvers beweren, dat hij in één dag 30 mijlen kan afleggen. Een hoogst zonderlinge bewegingswijze in waterrijke veengronden wordt door Wangenheim beschreven.
Men heeft het Siljanmeer wel "het oog van Dalecarlië" genoemd; een stralend gouden oog, want de wateren van het meer, hetzij ze komen uit de veengronden van de naburige bosschen of dat de ijzerhoudende bodem er doorheen schijnt, zijn donker, warmgeel, hoogblond, als de vlechten van de meisjes aan zijn oevers. Dalecarlië!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek