Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
Hij ziet als in nevel moeders bleek, betraand gelaat, haar lang nog wuivenden zakdoek, en dan ... dan springt hij eensklaps als geëlectriseerd op uit zijn hangmat, want: "Extra oorlam!" aan de klok, heeft zijn oor getroffen. Hij schudt zich een paar malen, smakt met de lippen, herhaalt nog eens: Flauwe mop! en gaat zijn "mokkievol" halen. Zes December. 't Sint Nicolaasfeest is voorbij.
Goeie Hemel, worst bij zoo'n hitte; ... de gedachte aan worst maakt me onwel. Dat Selterwater is overheerlijk. "Drink niet te snel mijnheer. 't Water is ijskoud." "Heerlijk!" hij smakt met de lippen "verrukkelijk!" Een pauze. De Germanen trekken hun vesten uit en bestellen nog meer bier. "#Puff#! ik geloof dat men van dat water nog warmer wordt.
Met een vlugge wippert zet-ie het achter de kiezen, smakt met de tong, slaat met de armen heen en weer tegen de borst. De wind steekt op, stuift het stof van de baan. Bij het Badhuis, vroolijk omlijnd, is een zwarte woelige drukte. Binnen en buiten het café, met aangebonden schaatsen, zitten juffrouwen en heeren, dames met coquette hoeden, heeren met pelsmutsen en souspieds.
De sterke: soms is hij speelsch en dartel; maar wee! wee! als het hem ernst is; want eer hij den kampstrijd aangaat, is zijn triumf verzekerd. Het woud gaat hij door, als door Sanheribs leger de slaande Engel des Heeren. De wateren woelen, zieden en branden. Hij ontbloot de beddingen, hij smakt de steenrots van haar voetstuk.
Maar dan heb ik morgen niets." Hij ruikt aan de flesch. "Hè! dat 's toch erg lekker. Kom! één slokje. Hmm...! 'k zal de helft nemen. Vier honderd acht-en-zeventig gulden naar de maan; als 't zoo doorgaat, maakt ze me heelemaal op." Hij houdt de flesch tegen het licht, na gedronken te hebben, en smakt met de lippen. "'t Doet me goed; 'k was zoo rillerig. Och!
Zelden gaat zij naar de drinkplaats, maar als zij er komt, drinkt zij veel op eens, smakt intusschen en richt na elken slok den kop omhoog, evenals de Hoenderen en de Ganzen. Uit de mededeelingen van verscheidene onderzoekers schijnt te blijken, dat de Marmot een voorgevoel van weersveranderingen heeft.
Met uiterst langzame teugjes drinkt hij het glaasje brandewijn ledig, smakt een paar malen met de dunne lippen en strijkt liefkoozend met de rechterhand over zijn maag, terwijl hij mompelt: "Dat's warm, dat's lekker, dat brandt op je hart, dat doet goed, maar 't is te duur, veel te duur. Voor een enkele maal kan het er door, maar 't is eigenlijk zonde van 't geld."
En precies als hij de hulpelooze, jonge kraaien tegen de rotsen slingert, zoo smakt hij den eenen gebraden vogel na den anderen tegen den wand. Saus en vet vliegt om hem heen, de verbrijzelde vogels stuiven terug en glijden over den grond. En de kavaliers schateren. Daar klinkt de vertoornde stem van de Majoorske. "Zet hem de deur uit!" roept zij tot de bedienden. Maar dat durven ze niet.
Nog één ruk, en hij sleurt de teedere jonkvrouw die zulk een furie werd, van zich af; zij smakt met het hoofd tegen den muur der vestibule. Antoine, ofschoon vastgebonden, kent zich zelven niet meer: "Satan de l'enfer!" gilt hij wanhopend, op 't zien van den vreeselijken gruwel aan zijn liefste gepleegd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek