Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
"Wat gezellig," zei ze dankbaar, "weet je nog zoo iets aardigs?" en Go dacht over "Karel ende Elegast," maar de klokken sloegen rinkelend door het huis vier uur, en daarom zei ze, dat ze liever moest gaan slapen.
't Waren verscheiden kroonherten, die tegelijk vochten. Ze stoven op elkaar aan met groote kracht, sloegen donderend de horens tegen elkaar, zoodat de takken in elkaar bleven zitten, en probeerden elkaar achteruit te dringen.
Op den avond van den 26 Augustus, toen wij van de "Loudon" de "Marie" zagen liggen, had zij even als wij voortdurend te kampen met zware zeëen. Vele prauwen sloegen van hun anker en botsten tegen de "Marie" aan, of werden op den wal verbrijzeld; op de "Marie" werden nog tien schipbreukelingen van verongelukte prauwen opgevischt.
De golven sloegen onophoudelijk over het schip en het was voor ons, die op het opperdek huisden, onmogelijk van de eetkamer naar onze hutten te komen zonder door een stortzee drijfnat gegooid te worden. Niet alleen de deuren, maar ook de raampjes van onze hutten moesten gesloten blijven, omdat de golven zelfs daardoor naar binnen ploften.
De tocht mislukte en weer kwam hij op Portorico terug, dat hij evenwel later andermaal verliet om, als Adelantado, van Florida bezit te gaan nemen. De bewoners sloegen hem evenwel terug en zwaar gewond kwam hij op het eiland Cuba aan, waar hij kort daarna in hoogen ouderdom overleed.
En de paarden begonnen te trappelen onder hun berijders, vol moed en ongeduld, en ze sloegen de vonken uit de keïen, en de Jingo's, die op den hoek der breede straat stonden te kijken, schuimbekten van machtelooze woede, en de Boeren juichten.
Waarom laat gij heur drinken en slapen? Zij is eene vrouw, en daarbij zwak en uitzinnig, antwoordde de baljuw. Heure uitzinnigheid is geveinsd, zeide Joost Damman, zij is eene tooveres. Ik wil drinken, ik wil slapen! En hij sloot de oogen, maar de beulsknechten sloegen hem in het gezicht.
Zonder medelijden sloegen en stompten de aangevallenen van zich af, alsof zij met vijanden te doen hadden.
Zij liepen de aangewezen straat door, sloegen linksaf en bevonden zich toen inderdaad vlak voor de woning van den hetman. Het huis van den grooten hetman was niet grooter dan de andere; niets onderscheidde het, zelfs geen schildwacht; men kon het slechts daaraan herkennen, doordat er licht brandde.
Op een nacht viel er een man overboord, het weder was kalm en de brik liep weinig vaart; terwijl men bezig was de jol, die aan de hekdavits hing, te strijken, brak een van de haken daarvan en sloegen de vier man, die er in bezig waren, te water. Twee hunner konden niet zwemmen, en allen schreeuwden luidkeels om hulp, zoodra zij weer boven kwamen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek