Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 mei 2025
"Welnu! ten einde nuttelooze bloedstortingen te voorkomen, zoo dragen wij de handhaving van ons goed recht over aan Deodaat, en gelasten Reinout, zijn veete over te doen aan Seerp Van Adeelen: en dat deze strijd tusschen Deodaat en Seerp Van Adeelen uitgemaakt worde op morgen te dezer plaatse, zullende wij dien met ons gansche hof komen bijwonen."
En op de bank wijzende, ging hij volkomen overeind zitten in de bedstede en liet de beide beenen afhangen. "De stoutheid van dien kerel verbaast mij," zeide Adeelen, onzeker wat te doen: "nog eens, wie zijt gij, die tot Seerp Van Adeelen als tot uw gelijke spreken durft?"
"Seerp Van Adeelen!" zeide Madzy met waardigheid: "onze ouders hebben ons als kinderen aan elkander verloofd: ik heb u altijd de liefde eener zuster en de toegeeflijkheid, die eene vrijster aan haar verloofde schuldig is, betoond. Maar dit verklaar ik u plechtig, dat niets ter aarde mij dwingen zal u te huwen, zoolang gij den dwazen weg blijft houden, dien gij sedert eenigen tijd zijt gevolgd.
Nadat Seerp Van Adeelen, van Feiko en Sytsken vergezeld, het tooneel des gevechts verlaten had, trad hij eerst met een bedaarden en langzamen, vervolgens, zoodra hij uit ieders gezicht geweken was, met een meer snellen en verhaasten stap, de lanen en kronkelpaden van het bosch door, totdat hij buiten den Hout gekomen was en op een weide kwam, welke hij dwars overstak en recht op een gebouw afging, hetwelk zich aan de overzijde aan zijn gezicht voordeed, en waar hij door een zijdeurtje, dat door middel eener plank met het weiland gemeenschap had, werd binnengelaten.
Ondertusschen had Seerp Van Adeelen met de monniken van Lidlum vrede gesloten, waartoe hem, gelijk wij vroeger gezien hebben, de welsprekendheid van vader Syard genoopt had; de verstandige kloosterling had hem van zijn zwakke zijde aangetast, door hem te verhalen, hoezeer de Hollanders juichten over de inwendige tweespalt, die Friesland verdeelde.
"Amen!" hernam de Graaf, en zich terstond met een lachende tronie omwendende: "welnu jonker Seerp!" zeide hij: "hoe staat gij daar zoo in u zelven gekeerd? Wij brengen u uwe verloofde terug: het was immers niet betamelijk, dat gij zonder haar ons feest bezocht."
Hij stelde daarom aan den ouden Adeelen voor, dat Seerp hem naar Dekamastins zoude vergezellen om hem tot schildknaap te verstrekken en onder zijn opzicht aan te leeren wat hem nog ontbreken mocht; door welken dienst hij, gelijk hij zich uitdrukte, de handelwijze der Adeelens jegens zijne dochter hoopte te vergelden.
De kortelings nog vroolijke jachtgezellen, door den drank verhit, trokken hun dolken en zwaarden; Juwe, ofschoon van een vreedzamen aard, zag zich genoodzaakt partij te kiezen en ontving in het gevecht een doodelijke wonde. Seerp keerde op het bericht van dit voorval naar zijn stins, om van zijns vaders erfgoed bezit te nemen en zijn dood te wreken.
"Mij dunkt, edele Seerp," zeide Aylva, na een ruim stilzwijgen, gedurende hetwelk de Abt zich van het langdurig verwijl, en Adeelen van het hem wedervaren ongeval op de voor hen staande spijzen krachtig hadden gewroken, "mij dunkt, hetgeen gij reeds gebruiktet, moet u de verloren krachten eenigszins terug hebben gegeven en u in staat gesteld, onze nieuwsgierigheid te voldoen, door ons een verslag te schenken van uw wedervaren."
De Abt was daarentegen recht uitbundig in zijn welkomstgroet: en zich in zegepraal de handen wrijvende, reed hij Aylva, die inmiddels op een klein bruin blesje gestegen was, op zijde: "ik had het wel gedacht," fluisterde hij hem in: "broeder Syard heeft den wenk begrepen, dien ik hem bij het verlaten der eetzaal gegeven heb: hij is gebleven en heeft Seerp Van Adeelen tot betere gedachten gestemd."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek