Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 mei 2025
Zij droegen offers op, en luisterden dan toe, om te hooren, welk antwoord zou gegeven worden. De eenige geluiden, die werden gehoord, waren het gekir der duiven, het ruischen van den wind tusschen de takken der heilige eiken, of het gemurmel der beken aan hun voet; maar de priesters beweerden, dat zij die geluiden konden verstaan en verklaren.
Het was niettemin stil om ons heen; men hoorde slechts het verwijderd ruischen der zee aan den voet der rotsen, waar Nargol op ligt; kleine gouden wolkjes dreven in een zachtblauwe lucht. Weldra verscheen de toren, massief en donker.
En zwervend tot reeds 't avondlicht zijn stralen Van lager trans door 't hoog geboomte schoot, Werd ons gebed: zóó eeuwig door te dwalen, Eéuwig te leven zonder ruste of dood. Hooge populieren ruischen Onder 't blauw der zomerlucht, Als het water door de sluizen Met versnelde strooming vlucht.
Met verdubbelde behoedzaamheid en door zijne metgezellen gevolgd, gleed de gids onhoorbaar door het hooge gras langs den oever. Men hoorde niets dan het ruischen van den wind in het gebladerte. Weldra bleef de Parsi staan op eene opene plek in het bosch, verlicht door eenige brandende dennentakken. Op den grond lagen een aantal slapenden verstrooid, kennelijk in dronkenschap verkeerende.
Reeds van verre klinkt het ruischen van de hevige branding den naderenden gast in de ooren; tevens hoort hij echter een vreemdsoortig geblaf, dat sterker en algemeener wordt, hoe nader hij komt.
Toen de koe gemolken werd riep hij: »Strip, strop, strol, Is de emmer haast vol?« Maar door het ruischen van de stroomende melk, hoorde men hem niet.
Terwijl ge dit eigenaardige landschap overziet, luistert ge onwillekeurig naar het harmonisch ruischen van de Molignée, dat, vermengd met het ritselen der bladeren, als eene zoete muziek uit de diepte van het dal u tegenklinkt.
En evenzoo, als ge van de macht van het woord handelt, bedoelt ge niet het gemeesmuil van een botterik, maar de bezielde taal, die uitstroomt uit den mond van wie spreken kan. Nu kan dat geestelijk wapen van het woord gehanteerd, om voor God te strijden en den zegen van zijn heil over alle creatuur te doen ruischen. Maar het kan ook tot dolk geslepen, om te wonden, te kwetsen en te dooden.
Hij had het plan een bezoek te brengen aan de diamantvelden. Er was volkomen stilte in de lucht, want de wind steekt nooit vóór even voor den middag op, en alleen van de baai af klonk het eentonige ruischen der nimmermoede branding.
'k Wenschte steeds met heet verlangen, Dat ik u ten mantel wierd, Die u met zijn losse plooien Langs de blanke schoudren zwiert! Of ik zag mij gaarn veranderd, In het helder bronkristal, Dat, met oorenstreelend ruischen, Kronkelt door het lomrig dal, Opdat, als ge uw poezle leden Wascht in 't zilverspattend vocht, Ik, bij felle zomerhitte, Die verkoelen, streelen mocht!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek