Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juli 2025
De Rigon en zijn zoute bron wordt wel weder gemeld in Z. III vs 482, maar slechts als het uiterste punt van het door Segols leger te bezetten landstreek. IIe Zang, vs 601, bl. 31, rl 6 v. o. Een gruwzaam reuzenrot, verwant aan hemelgeesten.
Het woord "zweeft" slaat zoowel op de over den grond rondgaande roofdieren, als op het gevogelt dat in het volgende vers vermeld wordt; dat hier aannemelijk is om het onhoorbare der beweging, zoowel van tred als van vlucht van dit nachtgespuis. IVe Zang, vs. 71, bl. 55, rl. 7 v. b. De slachting noopt de vlucht. De naamwoorden moeten hier eigenlijk met kapitale letters staan.
Het kroost der englen zal met dat der stervelingen Niet wriemlen over de aard. Met deze woorden worden niet de Paradijsgeesten bedoeld, als D. C. meent, maar de Reuzen uit de Paradijsgeesten gesproten; welke geesten hier door den minnaar van Elpine met trotsche zelfverheffing "Engelen" genoemd worden: verg. vs. 405, volgg. IIe Zang, vs 416, bl. 26, rl 6 v. o. Zijn open oog vertrok.
V, vs. 469. Ve Zang, vs. 80, bl. 73, rl. 14 v. b. Ik meen dat men lezen moet: "houd' stand". Ve Zang, vs. 125, bl. 74, rl. 15 v. o. "In der vossen holen De dood die hen vervolgt voor 't oogenblik ontscholen". Kan de mensch schuilen in een vossenhol? Ik meen dat B. schreef, of bedoelde te schrijven: "der losschen holen". Ve Zang, vs. 162 volg., bl. 75, rl. 16 v. o.
IVe Zang, vs. 284, bl. 60, rl. 10 v. o. Dit schijnt eene tautologie; maar ik meen dat "moorden" hier kan opgevat worden als "doodelijk wonden". IVe Zang, vs. 289, volgg. bl. 60, rl. 5 v. o. Een aantal lijken dekt Den grond, waarheen hij ziet, enz.
Een walm van balsemige luchten Doorwaaiden uit dien hoek. Wat mij echter doet aarzelen deze lezing aan te bevelen, is de plaats in den IVen Zang, vs 632, waar het woord "waterdamp" insgelijks met het w. w. Ie Zang, vs 111, bl. 4, rl 17 v. b. De stam van Kaïn hief, in weinige geslachten, enz.
IIIe Zang, vs. 571, bl. 50, rl. 10 v. o. Ja, 't was mijn afscheidskus, 'k verlaat u dierbre sponde
D. C. merkt te recht op, dat deze werkwoorden in geen gebiedende wijs staan; maar dan moet ook een minder leesteeken na het woord "wapen" staan, en geen uitroepingsteeken na "vervoer". IIIe Zang, vs. 267, bl. 42, rl. 17 v. b. 't Belang der hel alleen verbiedt me, uw grootsche daden Te smoren. De verleiding dier Geesten zelven door de schoonheid der dochteren van Kaïn.
was met een brief belaên Die m' uit zijn boezem trok. en in Hippolytus, vs 637, daer m' in verdwaelt. Zoo Oudaan, aangehaald in het Woordenboek der N.T., op het woord "aftintelen" en op het woord "onderdelven", Zoo Feitama, Telem. IVe Boek, bl. 83 l. r. en nooit vermag m' er een Dan jeugdig, hagelwit, en vlekloos aan te voeren en wederom in het Ve Boek, bl. 99, rl 9 v. o.
IIIe Zang. vs 31, 33, bl. 36, rl 9, 11 v. b. Men reikt zich de handen, omhelst zich. Men ziet hier herhaaldelijk B. het wederk. v. n. gebruiken, waar, in onze proza althans, elkander vereischt wordt. IIIe Zang, vs 36, volgg. bl. 36, rl 14 v. b. De afgrond zag met onuitspreekbre smarten Den vreê herrezen; maar 't vooruitgezicht getroost, Voorspelt zy uit dien vreê 't verderf van Adams kroost.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek