United States or Cook Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Raad der Paradijsgeesten: het wordt tijd, daar Segol vruchteloos, tegen hoogere Machten aan, bestreden wordt, hem te winnen, en daartoe den invloed van Zilfa te gebruiken, die, na de vermeestering van Bethur, als offer voor hen, als voor de goden bestemd, door henzelven gered, naar Hanoch gevoerd, en in een hunner tempels aldaar geplaatst is.

Beslissende veldslag, die de Reuzen tot voor de muren van Hanoch terugslaat. De Paradijsgeesten ontwaren dat Semeaza hen niet bijstaat. Hoe zou het kunnen, tegen Elpine en haar broeder? Hij verzaakt de algemeene belangen om het kroost dat hij van Elpine wacht, en ondertusschen dreigt de volkomen ondergang der Reuzen met de inneming van Hanoch!

Daarna, zich zelf "voor 't outer keelen". Dit is het offerfeest der overwinnende Reuzen, waarin zij zelve voor het outer ten offer bestemd zal zijn. Eindelijk "den donder die haar Ega 't hoofd verplet": het is de wraak der op de sterren en in de lucht heerschende Paradijsgeesten, om de nederlaag van hun Reuzenkroost op Segol verbolgen.

De Titanen zijn zelven goden, en van een ouder en sterker geslacht dan de goden die onder Zeus regeeren; de Reuzen van B. zijn de afkomst der Paradijsgeesten, en als zoodanig door hen beschermd en geliefd: en uit dit verschil van verhouding ontwikkelt zich de voorname overeenkomst, die men tusschen Segol en den éschyléïschen Prometheus opmerkt.

De hoofdtrek van Prometheus is, dat hij de weldoener der menschen en daarom bij de goden gehaat is: zoo is Segol, als de beschermer der door de Reuzen verdrukte menschheid, haar weldoener, en juist om die reden aan den haat blootgesteld der Paradijsgeesten In 't vervolg van het gedicht zou Segol nog meer, door zijn weldadigen invloed en schrandere vonden ter behoeding der menschheid, zijn overeenkomst met Prometheus hebben getoond.

Het kroost der englen zal met dat der stervelingen Niet wriemlen over de aard. Met deze woorden worden niet de Paradijsgeesten bedoeld, als D. C. meent, maar de Reuzen uit de Paradijsgeesten gesproten; welke geesten hier door den minnaar van Elpine met trotsche zelfverheffing "Engelen" genoemd worden: verg. vs. 405, volgg. IIe Zang, vs 416, bl. 26, rl 6 v. o. Zijn open oog vertrok.

En nu mogen wij hieruit opmaken, dat wanneer eenmaal, door den loop der gebeurtenissen gedrongen, de Paradijsgeesten zich tot verdediging der meer en meer bedreigde Reuzen nauwer aan die Duivelen aansluiten, het middel door hen beraamd, om Segol tot het belang der Reuzen over te halen, uit zal loopen op het verderf der Reuzen zelven en van heel het menschelijk geslacht.

Ook staan, in de grieksche mythologie, de Titanen tot de goden in eene andere verhouding, dan bij B. de Reuzen tot de Paradijsgeesten.

Aan het hoofd van dien opstand zou men een dier Paradijsgeesten zien treden, den verleider van Elpine, eene Kaïnietische maagd door Methusalah in 't geloof aan den eenigen waren God opgevoed.

Zilfa zelve zal aan Segol worden toegezonden; in weerwil van Exaël, wiens dierlijke driften met de verheven genegenheid van Segol contrasteeren, maar die door de Paradijsgeesten, als door zijn goden, daartoe gedwongen wordt, met de ontzettendste teekenen.