Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Naspeuren en uiteenzetten van het wezen der dingen dat was de geest der burgerij, die misschien ook over een deel der edelen vaardig werd. Het kenschetst echter dit tijdvak van overgang, dat die geest zich hier richtte op de instelling van het ridderwezen en op den hartstocht die vooral door den ridderstand tot eene soort van eeredienst was verheven.
Maar de riddereer wordt meer en meer tot de kern van het ridderwezen, en er wordt een fijnere en ook hogere moraal in gelegd. Het krijgsmansleven bouwt al uit zich zelf een eremoraal op; het gevoel van sterkte en de moed scheppen eerlikheid en een zekere grootmoedigheid, kameraadschap en discipline ontwikkelen standvastigheid en trouw.
Germaansche kern in Frankrijks grond geplant, snel opgeschoten, frisch uitbottend en breed zich vertakkend, bloeiend in pracht, verstorven door overmaat van weelderigheid zoo ging op, zoo blonk, zoo verzonk het ridderwezen.
Wel zien wij op een enkele plaats dat hij het ridderwezen niet hoog stelt; hij zegt immers dat hij den strijd tusschen Reinaert en Isegrim liever zou zien dan dien "van twee riddren in een perc" . Overigens moeten wij niet vergeten dat er voor zulk eene parodie omstreeks 1375 weinig reden meer bestond; het ridderwezen was niet meer wat het nog in de eerste helft der 13de eeuw was en de ridderpoëzie van de eerste helft der 14de eeuw was grootendeels namaak van de vroegere.
De invloed van deze vreemde beschavingen is, tegelijk met eigen innerlike ontwikkeling van het Ridderwezen en de kristelike sentimentele stromingen der 11de en 12de eeuw, wat het ontstaan der Ridderromantiek verklaart en mogelik maakt.
In de bewerkingen der ridderromans zagen wij hier en daar wel gevoel voor het ridderwezen in zijn heroïek idealisme, zijn hoofschheid en fijnheid, doch vaker het burgerlijke tegenover het ridderlijke, het dorperlijke tegenover het hoofsche; uit gemis aan aesthetischen zin het aanschouwelijke en beeldende opgeofferd aan de eischen van fatsoen en zedigheid.
Ook hier vinden wij bedreigde en verloste jonkvrouwen, den zoon van een gastheer gedood, gevechten met roofridders en reuzen enz. Het godsdienstig gevoel in den Flandrijs schijnt sterker dan het gevoel voor het ridderwezen.
Daar was nog gevoel voor het ridderwezen in zijn idealisme, zijn heroïsme, zijne fijnheid van omgangsvormen; hier is daarvan weinig of niets over. Zeker, ook het dorperlijke en onaesthetische vertoont zich daar, doch tegenover die schaduw is er vrij wat licht. Maar hier? Wat is er geworden van het gevoel voor het ridderwezen, van de ridderlijke idealen?
Het tijdperk van echte feodaliteit en bloeiend ridderwezen loopt reeds in de dertiende eeuw ten einde; wat daarna komt is de stedelijk-vorstelijke periode der Middeleeuwen, waarin de beheerschende factoren van staat en maatschappij de handelsmacht der burgerijen en de daarop berustende geldmacht der vorsten zijn.
J. TE WINKEL gaf een vlijtig bewerkte studie: Het kasteel in de XIIIe eeuw, later omgewerkt tot: Het Ridderwezen geschetst volgens de ridderromans. Maar het blijft de vraag, in hoeverre onze, meerendeels vertaalde, ridderromans hier als bronnen mogen dienen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek