Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juli 2025
De dikhuidigen kunnen in twee hoofdgroepen verdeeld worden: die met een oneven aantal teenen, zooals de rhinoceros en de tapir, en die met een even aantal teenen, zooals het zwijn en het nijlpaard.
De olifant, het nijlpaard, de rhinoceros, het hert, het paard, de wilde kat, de wilde hond, de wolf, de beer, de hyena, de tijger, de leeuw, in één woord de tegenwoordige geslachten, tijdgenooten van de menschheid, bestaan reeds in de natuur, te midden van eenen plantengroei, die overeenkomt met dien welke thans de aarde bedekt.
Als zij op de vogeljacht gingen, schoten zij die met kleine pijltjes en ook op groote dieren, antilopen, buffels, misschien zelfs op den rhinoceros jaagden zij in het woud met goed gevolg. Max Huber had hen op die tochten gaarne vergezeld, zoowel om hunne wijze van jagen te leeren kennen, als om een poging te wagen tot ontvluchting.
Hoewel men ze met haren vergelijkt, ontstaan zij niet, gelijk deze, in instulpingen, maar op uitgroeisels van de opperhuid, evenals de vezels, waaruit de hoorn van den Rhinoceros is samengesteld. De baarden zijn tot op zekeren afstand van hun voet aaneenverbonden door een minder harde opperhuidsvorming, die in de tusschenruimten van de uitsteeksels van het gehemelte wordt uitgescheiden.
Iets verder schreed een rhinoceros met loggen tred door eene breede open plek en begaf zich naar den rivieroever en knorde reeds van blijdschap bij de gedachte, dat hij die heldere wateren troebel zou maken door er zijne vleeschachtige massa in te plompen. Hier en daar vernam men het gegeeuw van eenig wild dier, dat zich onder het struikgewas verveelde.
Aan zijn linkerarm hangt een schild van olifants-, rhinoceros- of buffelhuid, met zwarte en witte figuren beschilderd; in de eene hand houdt hij zijne lans, in de andere zijne werpspiesen. Zijn lichaam is met rood geverfd; aan de knieën en aan de enkels draagt hij belletjes, en om de polsen een aantal ivoren ringen, waarmede hij van tijd tot tijd rammelt.
En Cecilius, er was een olifant en die knielde voor den Keizer, of hij hem aanbad. Hè, dat had ik ook willen zien! En een rhinoceros en een beer heb ik samen zien vechten. En vrouwen heb ik zien vechten, manwijven, zoo als Nigrina er een was. En daarna stroomde de arena vol water en was er een Naumachie. Maar het móoiste vond ik toch.... Nilus, geef ons nog wat honigkoeken!
Bij de allerrijkste mensen vond men soms de hoorn van een jonge rhinoceros, gezet in goud en zilver en zó tot een beker gevormd. Die waren zeer veel geld waard, soms wel 50 Rijksdaalders en werden zelfs als geschenken aan koningen gegeven. Dit kwam, doordat men meende, dat ze de eigenschap hadden, om vergif aan te tonen in dranken, die men er ingoot .
De kameel is niet te scheiden van de woestijn, het paard van de steppen, de gems van de steile bergen, de olifant en de rhinoceros van de ontzaglijke bosschen, de giraffe van de oasen, het rund van de maagdelijke vlakten, de hippopotamus van de zoetwaterstroomen.
Onder een hevigen schok trilde de boabab tot in zijn wortels; de eerste rhinoceros was in blinde woede er op aan gestormd, maar zijn hoorn was in den stam gedrongen als de bijl van een houthakker en welke kracht hij ook inspande, hij kon hem niet dadelijk weder losrukken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek