Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 25 mei 2025


De vrouwen, in het bijzonder, waren niet geneigd al te nauwgezet het gedrag van een man na te gaan, die een verklaarde bewonderaar van haar geslacht was, en die vele middelen bezat om de verveling te verdrijven, welke zoo gemakkelijk in de zalen en priëelen van een oud ridderkasteel insloop.

Maar wie over dezen stijl van tuinaanleg een billijk oordeel vellen wil, moet een park als dat van Beloeil hebben gezien, met zijne breede allée van een mijl lengte en zijn vijver van zes bunders, met zijn priëelen, zijn heggen en fonteinen en kunstwerken: alles even grootsch, even breed van opvatting, even vorstelijk van uitvoering.

Groote, heerlijke vruchtboomen mengen daar hunne bladeren en veelkleurige bloesems, en vormen prieelen, waarin het zonlicht ter nauwernood doordringt. De natuurlijke ontwikkeling der takken wordt door niets gestoord: men ziet hier niets van latwerk, ijzerdraad of welke andere kunstmiddelen ook.

Soms moest hij stil staan; dan zag hij mannen in overhemden en vrouwen in witte gestijfselde jakken, rauwe bleekblauwe jakken in het oranje-licht; ze zaten suf op van binnenshuis gezeulde stoelen, zat, achter hun walmende vetpotten en prieelen van bonten smuk; de leêge flesch stond in de vensterbank en nu zongen ze zalig aandoenlijke liedjes, sentimenteel geworden door den drank.

Werp een blik op die bosschages en priëelen van myrthen en palmen aan onze voeten: wat weelderige groeikracht in den grond, wat rijke kleurschakeering in het geboomte!

"Daar vloeien melk en honig," antwoordde hij. "Wij halen 't ijzer uit de bergen en vullen onze kelders met wijn. De akkers brengen goud voort; daarmeê vergulden we 's levens ellende, en we houwen onze bosschen om, om kegelbanen en prieelen te bouwen." Maar de genadige vrouw zuchte en glimlachte bij dat antwoord, en over haar lippen kwam maar één woord: "dichter!"

Onder een zonnigen hemel was het leven er een voortdurende feestdag. Het is daarom niet te verwonderen, dat honderden en duizenden door zulke voorstellingen verlokt werden, om ontheffing van zwaren arbeid en van zorgen te zoeken in die bosschen, prieëlen en boomgaarden van dit aardsche paradijs.

Uit de priëelen klinkt u een vroolijk gelach tegen; een reuk van gebakken visch waait u tegemoet uit de keukens; eene gansche vloot van gieken, bootjes en vaartuigjes van allerlei vorm en naam omringt u, bestuurd en voortbewogen door mannen en jongelieden in roode, blauwe of witte jakken, met ontbloote gespierde armen de riemen voerende.

. 5, de vuuren, agter elke afgezonderde hoop krygsvolk geplaatst, om het eeten gereed te maken, en rondom welken de slaven op den grond lagen. . 6, een hoop afgehakte Latanus-boomen, om hutten of priëelen te maken. . 7, eene kleine beek of kreek, die aan het krygsvolk water verschafte. . 8, het naby gelegen bosch.

Het pad waarlangs dat lieflijk paar Schreed onder ceder, taxis, pijn, Al donkre boomen die er zijn, Scheidt van den hemel wijd en klaar Een ondoordringbaar loofgordijn Wind, regen, zon- noch maneschijn Vindt zich een weg door die geweven Prieelen, slechts een wolk van dauw Drijft somtijds langs de stammen grauw Op winden mee die de aard bezweven, Doet overal een parel beven In bloesems bleek, opnieuw ontbloeid, Van 't lauwergroen, en buigt de kroon Van een teer-lieflijke anemoon, Waarna ze stil vervloeit.

Woord Van De Dag

kiest

Anderen Op Zoek