United States or Tunisia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op 2 en 3 September wordt rustig doorgegaan en 4 September zijn wij weder in ons 2e Prauwenbivak aan de Boven-Rouffaerrivier. Den 5en September zouden wij teruggaan naar Motorbivak, maar stonden echter voor het feit, dat wij nog slechts 6 prauwen over hadden; twee waren er immers opgaande verloren gegaan.

Streng moest ook gelet worden op het loopen over de blikken, die in de prauwen lagen; vooral de Dajaks hadden daar een handje van en hoe gemakkelijk konden scheurtjes ontstaan! De fuseliers, ik had er tot Prauwenbivak 8, hadden den schildwachtdienst, 1 1/2 uur lang van 6 uur af tot 5 uur 's morgens.

De lange versnelling in het bevaarbare deel tusschen de kloven, halverwege Prauwenbivak, gaf meer zorg. De rivier heeft daar een verhang van 1 1/2 M. en steile afbrokkelende grintoevers. Er is een oversteek met niet minder stroom dan in den Edi-val en met evenveel kans op ongevallen. De prauwen kwamen na twee uur werken behouden over en een uur later waren wij in Prauwenbivak.

Canobivak bleef onder bewaking van een korporaal en acht man; zij haalden telkens hun eten uit Prauwenbivak; dat hield de menschen levendig, een goede marsch van tijd tot tijd. In den goedang lag juist zooveel voorraad, dat, als ik na 1 1/2 maand terugkwam, ik mijn prauwen maar had vol te laden om er opnieuw voor 1 1/2 maand op uit te kunnen gaan. Dit was dus wel gemakkelijk geregeld.

Ik vertrok dien dag met mijn heelen eindtroep en alle patrouille-benoodigdheden naar Canobivak, latende in Prauwenbivak 6 man bezetting en 6 goede prauwen, hoog op den wal en extra vastgebonden.

Was Prauwenbivak, was Pionierbivak nog bewoond? Ik fourageerde zeven dagen vivres, bovendien kreeg ieder zijn aandeel van mijn eigendommen, instrumenten en ethnografica. Zwaar beladen ging men op marsch. Halverwege Prauwenbivak viel het nachtbivak. 4 Januari in den middag konden wij onze vrees, de eenige in Nieuw-Guinee te zijn, op zijde zetten: wij zagen rook, er waren menschen in Prauwenbivak.

Per prauw 6 man; 7 is te veel, 5 te weinig gebleken. De eindpatrouille van af Canobivak plus de bezetting van dat bivak, tezamen 33 man, en vivres voor 4 maanden, bezwaarde mij met circa 4000 rantsoenen; dit aantal, gedeeld door het rendement eener prauw na de reis van Bataviabivak tot Prauwenbivak, gaf mij het benoodigde aantal prauwen en roeiers.

Intusschen hadden wij in Prauwenbivak niet stil gezeten. Twee keer was reeds een draagtransport heen en weer tot Canobivak geweest, elken keer circa 50 man; tevens was dat bivak opnieuw bewoonbaar gemaakt; ik had er den waterstand niet hoog gevonden, evenwel was het "bekken" gevuld. Een derde draagtransport, thans 80 man, liep op 17 en 18 November en bracht datgene, wat Canobivak nog behoefde.

Ik hield haar steeds in de gaten, overwegende dat, waar zij ons in den steek liet, ik mijn vivres moest deponeeren om die later te doen ophalen. Elke dag, dat dit dichter bij Prauwenbivak geschiedde, was mij een dag winst. Ikzelf bleef dan ook steeds in de motorboot, waar ik wel een vrij ruim, doch ook een vrij lastig verblijf had.

Ik liet hen wegjagen, ik moest niets van hen hebben. De tweede ontmoeting was den 2en November, halverwege Prauwenbivak. Hier was een kleine stam van een twintigtal menschen, blijkbaar doortrekkende langs den oever der rivier. Daar ik met de motorboot stopte om de plaats voor bivak te bekijken, kregen wij contact met de voorloopers van deze kleine bende.