Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
De luitenant vatte hem bij den pols en trok hem met zich voort de straat op, en de Arabier, in bedwang gehouden door den ponjaard, volgde zonder tegenstribbelen. Nauwelijks was men buiten, of de luitenant stootte met den voet ergens tegen. Terstond bukte hij en tastte met de hand rond. Het was een ezel, dien hij in zijn slaap stoorde. Aan een ring in den muur was hij vastgemaakt.
Thans wierp Dries met een laatsten wanhopigen ruk zijne tegenpartij van zich, en vóór deze den tijd had zich op te heffen om zijnen vijand met de linkerhand den ponjaard naar het hoofd te slingeren, was de kapitein, die zijn tweeden vijand had verslagen, toegeschoten, en sloeg hij den kerel met één sabelslag neer.
Misschien wint hij het zelfs nog van dezen, want zijn gelaat is open en zijn glimlach oprecht, ofschoon er een vastberaden uitdrukking op zijn gelaat ligt, als hij uit zijn hut stapt en naar het kruit in de pan van de twee lange pistolen kijkt, die hij in zijn gordel heeft, en zijn borst betast, om zeker te zijn, dat de lange scherpe ponjaard op zijn plaats is, en vervolgens tegen het gevest van zijn zwaard slaat, om er zich van te vergewissen, dat zijn trouw, welbeproefd Toledaansch rapier aan zijn zijde hangt.
Een lange halfnaakte Arabier, een reus, sprong op dit oogenblik als een tijger op den luitenant toe en greep bliksemsnel de hand, die de revolver hield. Het schot ging af, doch zonder den kerel te raken, die een ponjaard ophief om zijn vijand te doorsteken. Gelukkig voor Frank had Dries het gevaar, waarin deze verkeerde, gezien.
Maar hij was begonnen: mijn eer stond op 't spel, ik was woedend, en 't verbaast mij nog, dat ik mijn ponjaard niet trok en daarmede op hem aanviel. Gelukkig echter vergat ik in mijne drift, dat ik dit wapen aanhad; de beleediging mijne uniform aangedaan, de bewondering van het kamermeisje, het saluut van den schildwacht alles kookte in mijn brein dooreen.
En daar bij die kleine groep struiken, die de storm had gespaard, lag het duchtig toegetakelde lijk van den valschen heilige met van woede verwrongen trekken, den ponjaard in de verstijfde vuist geklemd. Nu is hij wel degelijk dood, de ellendeling! zeide de luitenant, zich met walging afwendend. Ja, zeide Dries, en 't is een leelijke doode ook, die heilige!
Toen hij naar het zwijn omkeek, zag hij, dat het neergevallen was en lag te hijgen, en ondanks zijne benarde positie kwam de jachtlust weder bij hem boven. Jou zal ik ten minste je paspoort geven! mompelde Dries, en op handen en voeten naar het zwijn kruipende, stiet hij het zijn ponjaard in den hals.
De wachter keek dezen met de grootste ontzetting aan en deed verbaasd eene beweging om achteruit te gaan. Die aarzeling was hem noodlottig, want op hetzelfde oogenblik voelde hij zich de keel dichtknijpen door den ijzeren greep van den luitenant, en de punt van den ponjaard flikkerde hem voor de oogen.
Maar de prins snelde vlug naar voren met zijn getrokken ponjaard en doorboorde den kop van de slang, zoodat die tegen den muur werd genageld, waarbij hij uitriep: "Dat God geve, dat mijn ponjaard door niemand uit den muur getrokken kan worden dan door mij!" Daarna snelde hij heen, klom den muur van den stad weer over, juist zooals hij was gekomen.
De luipaard deed een ontzettenden sprong en stoof een paar passen achteruit. Ook Dries sprong op om zijn heil in de vlucht te zoeken. De doodsangst deed hem bijna geen pijn meer voelen, en hinkende was hij reeds een heel eind voortgesneld, toen het dier in een paar sprongen weder bij hem was. Dries liet zich weder op de knieën vallen en klemde den ponjaard in de hand, dat het bloed er voor stond.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek