United States or Nigeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


Elders is in een sprookdichter de lust tot het mededeelen van zedekundige waarheden of bespiegelingen zóó sterk, dat hij ook de personages, die in zijn verhaal optreden, met dien lust bezielt. Een paar ridders "van quaden levene" komen tot hun meester om hem te zeggen, dat zij berouw gevoelen over hunne misdaden en hun leven willen veranderen.

Wanneer wij ons naar het roer begeven, dan vinden wij daar onzen ouden kennis, den stuurman Klaas weder, die met Pieter en Jonker Engel in gesprek is, terwijl zij hunne oogen onafgewend gevestigd houden op twee jachten, die niet ver van daar liggen en eene menigte groote Heeren en hooge personages aan boord hebben.

Wolfgang schreef zijn zuster dat dit stuk naar de werkelijkheid gecopiëerd was en zeker doen de goedige Amine en de grillige Eridon aan twee, den lezer reeds bekende, personages denken. Maar de typeering van Eridon, hoe scherp ook, is vergeleken bij deze werkelijkheid, niet compleet. De vraag dringt zich op, wat Amine eigenlijk aan hem ziet?

De tegenwoordigheid der hooge personages kon hem niet beletten op te springen, zijn muts in de hoogte te werpen en uit te roepen: "het eind goed al goed! daar is hij! daar is hij!" "Wie? wie is er?" riepen alle aanwezigen als uit eenen mond. "Ulrich von Daun, Graaf van Falckestein!" zeide Bleiswyk, binnentredende.

»Zooveel te erger!" kon ik mij niet weerhouden te zeggen, »want het komt mij voor dat gij het bovenal toelegt op het bederven van den smaak der hooge personages, waarvan gij beweert, dat zij u hun vertrouwen geschonken hebben; wil men mijne schilderijen koopen, des te beter; maar met geheime transacties als die gij mij voorstelt en die sterk naar afzetterij rieken, laat ik mij niet in."

Zijne onbeweeglijkheid verbitterde den Scheik en zijne hovelingen begonnen te huilen om het monster te verplichten zijn weg te vervolgen. Deze hovelingen waren zonderlinge personages, met vijf of zes kakelbonte hemden om het lijf; zij hadden vreeslijk dikke buiken, van welke eenigen valsch schenen.

De schrijver dezer regelen laat zich niet uit het veld slaan door den kwalijk verholen trots, waarmede Goethe zelf hier en daar spreekt van zijn realistischen tic. Want hiermede bedoelt hij, wel-overwogen, slechts dit: dat hij, eenmaal aan het belichamen van een idee, aan zijn personages de grootst mogelijke realiteit trachtte te geven, ze niet nevelachtig wilde maken.

Een niet volkomen gelijk, maar toch verwant, karakter vertoonen die perioden, waarin de dichter plotseling zijn verhaal of beschrijving laat varen voor het sprekend invoeren van een zijner personages, zonder dezen overgang aan te kondigen: een schrijftrant die, begrijpelijker wijze, in hooge mate tot de verlevendiging van het verhaal bijdraagt .

"Gij, edele heer?" zeide Rudolf, terwijl hij zijn tochtgenoot bedenkelijk aanzag. "Welzeker," hervatte Alonzo: "ik behoor tot die geloovige papen, zooals gij ons katholieken gelieft te noemen. Uw gezelschap zal mij echter, zoo ik hoop, tegen een aanranding van die gevreesde personages vrijwaren."

Een weinig verbeelding is er bij noodig: maar bovendien, Vondel zorgt altijd in zijne stukken, dat zijn personages aan den toeschouwer eene dichterlijke en toch zeer juiste en nauwkeurige beschrijving geven van de plaats, waar zij zich bevinden.