Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 28 juli 2025
Schot, Schott, Schotsman en ook als patronymikon, in den tweeden-naamval, Schotsmans. De overeenkomst, in de 17de en 18de eeu, tusschen de schotsche kerk en de noord-nederlandsche, beiden van streng calvinistische richting, was oorzaak dat er in die eeuen tusschen Schotten en Nederlanders nog al talryke betrekkingen bestonden, en dat menige Schot onder ons kwam wonen.
Zoo in een Zeeusch charter van 1290 bij K., Pierre fils Agheten, Heine filz Zuanekin, Hallinc ver Lieven zone, Jeans fils Dame Natalie." Uit dezen naam blijkt dat de geslachtsnaam Liefsoons, op bladz. 82 genoemd, ook een metronymikon zijn kan, zoo wel als een patronymikon, wijl Lieve een vrouenaam was, even als Lieven een mansnaam.
Het schijnt dat een tak van dit oud-friesche geslacht, of misschien een enkele man er van, deelgenomen heeft aan den gemeenschappeliken uittocht van Angelen, Saksen en Friesen naar Groot-Brittanje. Wy vinden althans dit zelfde patronymikon, in den form Clavering, nog heden ten dage als de naam van een engelsch geslacht.
De maagschapsnaam Roelvink, en ook Roolvink, moest eigenlik met eene f in plaats van met eene v geschreven worden. Want deze naam is anders niet als het patronymikon van den mansnaam Roelf, Roolf, Rolf, Roelof, Rodlof, Rodolf, Rudolf. Stroink eindelik komt van den mansvóórnaam Stro, Strodo, waarvan ook de friesche patronymika Stroma, Stroosma en Strooisma afgeleid zijn; zie § 168.
Gesteld een man heet Anso, en zyne zonen heeten Benno en Immo; dan dragen beide die zonen het patronymikon Ansing, met volle recht, als toenaam: Benno Ansing en Immo Ansing, dat is: Benno, de zoon van Anso, en Immo, de zoon van Anso. Benno Ansing krijgt later eenen zoon, dien hy Benhart noemt, en Immo Ansing wordt eveneens vader van eenen zoon, die door hem Imhart genoemd wordt.
Deze naam is slechts eene samentrekking van den vollen form Suder, Sudhari, een oud-germaansche mansnaam, die blykens de hedendaagsche friesche geslachtsnamen Zuiderma en Zuidersma oudtijds ook door Friesen gedragen werd. Het patronymikon van den mansnaam Sudhar vind ik reeds in de middeleeuen, ook in Vlaanderen; Laureins Zuerinc was een poorter van Brugge, ten jare 1320 .
De oude mansvóórnaam Fere kan echter ook eene samentrekking zijn van Feder, een naam die eveneens by de oude Germanen in zwang was, en waar van de oostfriesche, uitgestorvene geslachtsnaam Federinga het patronymikon is. Van dezen vollen form Federinga zou dan Feringa een saamgetrokken form kunnen wezen.
Die byzondere uitspraak van dit woord heeft aanleiding gegeven tot het ontstaan van de geslachtsnamen Koelstra en Leemkoel, die ook als Lemkuhl en Lehmkuhl voorkomt, en van Savelcouls, als patronymikon van savelcoul, dat is savelkule of zandkuil; zie bl. 256 en 289.
In den beginne natuurlik uitsluitend door de zonen. Later kregen deze vadersnamen een meer vasten aard, eene meer algemeene strekking. Niet enkel de zonen, ook de kleinzonen en verdere nakomelingen van den man, wiens eigen vóórnaam tot het formen van een nieu patronymikon gebruikt was, bedienden zich daarvan als van eenen vasten toenaam, eerlang ook als van eenen vasten geslachtsnaam.
Als de mansvóórnaam die besloten is in eenig patronymikon op ma eindigende, niet op eenen klinker uitgaat, maar op eenen medeklinker, dan is er gewoonlik, om de wille der welluidendheid, eene e gevoegd tusschen dien mansvóórnaam en het achtervoechsel ma. By Beintema, Gjaltema en Klasema, afgeleid van Beint, Gjalt en Klaas, is dit het geval.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek