Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


Ik vestigde de aandacht van kapitein Oudouse er op, maar kreeg slechts de mededeeling dat hij hem al een paar uren lang had zien dalen. Er was weinig te doen, maar dat beetje deed hij uitstekend, de omstandigheden in aanmerking genomen. Hij nam de lichte zeilen in, bracht het schip onder stormtuig, spande reddingslijnen, en wachtte op den wind. Zijn fout lag in wat hij deed toen de wind er was.

Natuurlijk waren onze zeilen al lang weg. Maar kapitein Oudouse had iets op de Petite Jeanne dat ik nooit eerder had gezien aan boord van een Zuidzee-schoener een drijfanker. Het was een kegelvormige zeildoeksche zak, waarvan de mond werd opengehouden door een reusachtigen ijzeren hoepel.

De theorie was mooi namelijk, dat als wij ons voortdurend gedrenkt hielden in alcohol, iedere pok-bacil die met ons in aanraking kwam onmiddelijk tot asch zou verschroeien. En de theorie werkte, ofschoon ik moet bekennen dat kapitein Oudouse en Ah Choon ook niet door de ziekte werden aangetast. De Franschman dronk heelemaal niet, en Ah Choon beperkte zich tot één borrel per dag.

Dien dag waren er twee sterfgevallen, den volgenden dag drie; toen vloog het omhoog tot acht. Het was de moeite waard de verschillende wijzen te zien waarop wij het opnamen. De inlanders bij voorbeeld vervielen in een toestand van stomme, domme vrees. De kapitein Oudouse heette hij, een Franschman werd erg zenuwachtig en opgewonden. Hij kreeg in den letterlijken zin van het woord zenuwstuipjes.

Drie uren later, misschien een beetje langer, meende ik stemmen te hooren. De regen was opgehouden en zee en wind minderden verwonderlijk snel. Geen twintig voet verder, op een ander luik, zag ik kapitein Oudouse en den heiden. Zij vochten om het bezit van het luik de Franschman tenminste. "Païen noir!" hoorde ik hem schreeuwen, en tegelijkertijd zag ik hem den Kanaka schoppen.

Kapitein Oudouse moet door uitputting bezweken zijn, want verscheiden dagen later dreef zijn luik zonder hem aan land. Otoo en ik woonden een week lang bij de inlanders op de atol; toen werden wij opgepikt door den Franschen kruiser en naar Tahiti gebracht. Maar in dien tijd hadden wij plechtig onze namen verwisseld.

Men moest nuchter zijn om te blijven leven in wat er volgde, en iedereen zal dat met mij eens zijn als ik de kleinigheid vermeld dat maar twee menschen er levend doorheen kwamen. De andere was de heiden tenminste zoo hoorde ik hem door kapitein Oudouse noemen toen ik mij voor het eerst bewust werd van zijn bestaan. Maar laat ik terugkeeren tot mijn verhaal.

Alleen de gedachte aan zwemmen maakte me al ziek. Dus riep ik den Kanaka toe bij mij te komen, en deelde verder mijn luik met hem. Zooals ik later hoorde, had hij het luik het eerst gevonden, en toen hij na een tijdje kapitein Oudouse zag, had hij aangeboden het samen met hem te deelen, en was er toen af geschopt voor zijn moeite. En dat was hoe Otoo en ik het eerst samen kwamen.

Nu was kapitein Oudouse al zijn kleeren kwijt behalve zijn schoenen, en het waren zware trappers. De schop kwam leelijk aan, want hij trof den heiden op zijn mond en op de punt van zijn kin, en sloeg hem half bewusteloos. Ik verwachtte dat hij terug zou slaan, maar hij stelde zich tevreden met mistroostig om het luik heen te zwemmen op een veilige tien voet afstand.

Woord Van De Dag

flakons

Anderen Op Zoek