Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 12 juni 2025


»Hoe zien er die echte Boeren uit de wildernis toch uit?" vraagt de oud-matroos op nieuwsgierigen toon. »'t Zijn ware orang-oetangs," verzekert de blauwe bril. »Ik ken ze," mengt zich een derde in het gesprek, een mijnheer met een ijzingwekkend hoogen boord, die wegens paardendiefstal reeds tien jaar in een Australisch tuchthuis heeft moeten brommen, »ik ken ze.

Samen trokken ze weg: Franske, jong en slank, fiks-stappend: een beeld van jeugdig-overmoedige kracht en vreugde; Geerten, kort-breed en ruw, zwalp-wiegend op de wat kromme beenen als een oud-matroos ... Toen de twee donker omlijnde gestalten in het purper-doorlichte mistgordijn, onder de verre omfloersde booglampen aan den straatweg, verdwenen waren, staken de andere bootjesroeiers de koppen bijeen ... "Zeg, dat moest ge nu niet vragen, jandomme, of Geerten bij Lowis zou komen ... hij is er gezaaien en gebraaien, hij slaapt er wel ..." schamperlachte éen luid-op ... "En weet z'n wijf dat?" ...

»Als je een vent bent," zegt de oud-matroos, die wel van een woelig tooneeltje houdt, tot den hoogen boord, »dan sla je hem den hoed van den kop!"

»Wel verbaasd," roept de blauwe bril, »ik wist niet, dat het zulke zwijnjakken waren." De oud-matroos voelt in zijn zak, en zoekt naar een stuk pruimtabak. »'t Wordt tijd, dat hun de ooren gewasschen worden," zegt hij. »De boer gaat steeds gekleed naar bed," vervolgt de hooge boord, »natuurlijk met zijn veldschoenen aan."

»Wilden ze nog al van den deze afschuiven?" vraagt de oud-matroos, een beweging makend met zijn vingers, alsof hij geld gaat tellen. »'t Zat er in dien tijd niet erg aan," lacht de hooge boord, »want de goudmijnen waren nog niet ontdekt. Trouwens, mijne heeren, wat ze zijn geworden, hebben ze te danken aan onzen ondernemingsgeest." De toehoorders stemmen met deze getuigenis van ganscher harte in.

De toehoorders proesten het uit van lachen, en de oud-matroos bijt met zijn zwarte tanden een stevig stuk af van de pruimtabak, die hij heeft gevonden in den linker broekzak. »'t Zijn wonderlijke zeeschepen, dat hoor ik wel," grinnikt hij genoegelijk. »Heeft mijnheer lang onder de Boeren verkeerd?" vraagt hij aan den hoogen boord. »Twee jaar," antwoordt de hooge boord, »als veearts."

De toehoorders gieren het uit van pleizier, en het wordt er niet minder op, als mijnheer Watkins er droog komiek op laat volgen: »Als de goeie man zijn naam wil zetten, moet hij eerst zijn baatje uittrekken." »Sapperloot!" roept de oud-matroos. »Als de Boeren pijn in hun lijf hebben," gaat de waardige mijnheer Watkins voort, »dan binden ze een doek met Haarlemmerolie om hun dikken kop!"

Woord Van De Dag

witgrijs

Anderen Op Zoek