Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juli 2025
"In een land, waarin van ondenkelijke tijden af de oorspronkelijke oppermagt werd bezeten door de Edelen en Eigenerfden, dat is, de bezitters van onroerende goederen, die het regt van stemmen in gemeene zaken hadden," kon het niet anders, of de adel en de aanzienlijken moesten in het bezit geraken van de oppermagt, van ambten en bedieningen. De aard van het Stemregt leidde daartoe.
In alle andere landen berustte toen de oppermagt óf in handen van eenen volstrekten Meester, óf zij was tusschen den Vorst en een klein getal wreede en hoogmoedige Edellieden verdeeld. Deze laatsten, welverre van de vrijheid der volken te beschermen, waren als zoo vele dwingelanden, die haar uitdelgden.
De Souvereiniteit of de Oppermagt des lands werd sedert 1580 in Friesland uitgeoefend door de Staten, als gevolmagtigden, bij vrije keuze, van de bezitters van zoodanige vaste goederen, waaraan van ouds het stemregt was verknocht .
Zelfs de geestelijke oppermagt, welke zich in de middeleeuwen over het westelijk Europa uitbreidde, bragt meer goeds dan kwaads te weeg, en was vaak een tegenwigt van heilzame strekking tegen de al te vaak misbruikte magt der wereldlijke regering. Ook de betrekking tot het Duitsche Rijk was voor het staatkundig bestaan der Friezen eene zaak van groot belang.
Gereedelijk voldeed dit aan dat verlangen, zoo het slechts in magt of geld daarvoor vergoeding ontving. Ja, deze stad wist het met allerlei middelen zóó verre te brengen, dat zij, gebruik makende van de beroeringen, met een aantal edelen en geestelijken van Friesland een verbond van bescherming aanging, waarbij haar een groot deel der oppermagt zou worden opgedragen.
»Ook gelooven wij niet dat de oppermagt der Vorsten erfelijk was, althans niet in de eerste tijden, hoewel meestal de zoon eens konings, over wiens bewind het volk tevreden was, hem zal opgevolgd zijn."
De gansche strekking van het Roomsch Katholijk godsdienst-stelsel droeg mede veel bij, om het volk aan de oppermagt der kerkelijke heerschappij onderworpen te houden.
Ofschoon Friesland bij die Staatsregeling voor het eerst na zoovele eeuwen zijn Naam verloor, daar het met Groningen werd vereenigd onder den naam van het Departement van de Eems; ofschoon het nu eindelijk aan Hollands heerschzucht en overwigt zijne souvereiniteit en zelfbestaan en alzoo een groot gedeelte zijner magt en invloed ten offer moest brengen, en zich bovendien met een ~veel grooter schuldenlast~ dan zijne eigene zag bezwaard; ofschoon het Provinciaal Bestuur van Friesland, alléén uit aanmerking van »den bejammerenswaardigen toestand der republiek," gevolg gaf aan het bevel der Constitueerende Vergadering, die zich den 22 Januarij 1798 te 's Gravenhage met geweld van de oppermagt had meester gemaakt, om, »met ontbinding van alle Provinciale Besturen, een Intermediair Administratief Bestuur, afhankelijk van en verantwoordelijk aan genoemde Vergadering," uit te maken: toch werd die merkwaardige en in zoo vele opzigten vernederende gebeurtenis, een onvermijdelijk gevolg van den gang der omwenteling, hier met een luisterrijk Volksfeest gevierd.
Hoe veel gezag de geestelijke oppermagt in de middeleeuwen ook over de volken van Europa uitoefende, de geschiedenis heeft ook deze opmerkelijke bijzonderheid bewaard, dat de Friezen de zelfde vrijheid, welke zij in het staatkundige bezaten, ook ten aanzien van het geestelijke vasthielden en zich niet lieten ontwringen. »Zij toonden, wanneer zij het begrepen, van geen kerkbewind, hoe hoog ook, wetten te willen ontvangen, zich storende noch aan Bisschop noch aan Paus.
Onder de regering van Keizer Lotharius II , omstreeks den jare 1125, bestond er tweederlei Adel, de Hoogere, die onmiddelijk onder den Keizer was gesteld, en de Lagere, die onder Hertogen en Graven behoorde te staan. Dan de Friesche Edellieden wilden geene Hertogen of Graven van Friesland erkennen, maar alleen onder de oppermagt des Keizers staan, even als hun land.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek