Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 mei 2025
Een gedeelte van Friesland werd door den Keizer aan Gisla, dochter van Lotharius II, huwende met den Noordschen Vorst Godfried, ten bruidschat gegeven, ten einde dezen tot vriend te houden; waarom hij zich dan ook in 822 liet doopen.
Lotharius, een kleinzoon van Karel de Groote, vroeg het lichaam van Sint Hermes voor zijne staten, en bekwam het in 851. Voorloopig bewaarde men den schat in de abdij van St-Cornelius, bij Aken. De keizer stierf in 856. Zijn zoon en opvolger deed de reliquie naar Ronse overdragen, waar zij den 6 Juli 860 toekwam. Men stelde ze in de St-Pieterskerk.
Deze schilderijen hebben dus alle betrekking op de zegepraal der kerk, vooral ook door de hulp en ondersteuning van haar genegen vorsten. Vandaar dat in deze zelfde zaal de beeltenissen voorkomen van zes beschermheeren der kerk; Constantijn de Groote, Karel de Groote, Godfried van Bouillon, Astolph, Ferdinand de Katholieke en keizer Lotharius.
Onder de regering van Keizer Lotharius II , omstreeks den jare 1125, bestond er tweederlei Adel, de Hoogere, die onmiddelijk onder den Keizer was gesteld, en de Lagere, die onder Hertogen en Graven behoorde te staan. Dan de Friesche Edellieden wilden geene Hertogen of Graven van Friesland erkennen, maar alleen onder de oppermagt des Keizers staan, even als hun land.
Steeds langs de Geul, over den onafzienbare gemeentewei, gestoffeerd door geheele kudden koebeesten bereikt men Meerssen, een der grootste dorpen van Limburg met een mooie Gothische kerk, het vroegere Marsana, waar in Februari 847 de zonen van Lodewijk den Vromen, Lotharius, Lodewijk de Duitscher en Karel de Kale te zamen kwamen om onder elkander te regelen de verdeeling der Staten, waarover eenmaal hun grootvader Karel de Groote den scepter voerde.
Beide vrouwen werden, na haren dood, door de Kerk heilig verklaard. Wat Pepijn betreft, hij werd, na zijnen roemvollen tocht tegen de Friezen, door koning Lotharius II verheven tot het ambt van Majordomus of hofmeier. Nu was hij de hoogste hof-en staatsdienaar. Hij bestuurde de landgoederen des konings, die zeer talrijk en uitgestrekt waren, en voerde de krijgslieden aan.
Zijn zoon en opvolger #Lodewijk de Vrome# evenaarde hem wel in ijver voor den Christelijken godsdienst, maar miste geheel en al de groote talenten van zijn' vader. In 817 verdeelde hij reeds het rijk onder zijne drie zonen: Lodewijk, Pepijn en Lotharius.
Het deel van Lotharius kwam later bijna geheel aan Duitschland. In dezelfde eeuw, waarin Karel de Groote stierf, zag #Alfred de Groote# het levenslicht. Evenals aan Karel heeft men hem en wel met volle recht den bijnaam van den grooten gegeven. Wat Karel deed voor de Franken, heeft Alfred in niet mindere mate gedaan voor de Engelschen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek