Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
Rijke kinderen daarentegen, welke van hunne vroegste jeugd af aan overvloed gewend zijn, ontaarden dikwijls, worden lui en ongeschikt voor bezigheden, en vervallen niet zelden tot de beklagenswaardigste armoede.
De herinnering aan Parijs heeft Eva's kwade luim in een soort van overmoed doen ontaarden.
De middelmatigheid is niet zeer bereid zich gewonnen te geven, zij is te traag en te bekrompen om snel tot eene grootsche beweging des gemoeds te besluiten; en toch, Frits moest zich nú beslissen om Piet Snibs, die zich Cham had bijgenaamd, te erkennen voor hetgeen hij was, of zich voor altijd van hem af te wenden in een gevoel van bitterheid en onbestemde antipathie, dat in haat dreigde te ontaarden.
De hoofdkaraktertrek van het Noordnederlandsche volk is wel het flegmatische, het bedaarde. Deze eigenschappen hebben aan het Nederlandsche volk den roep bezorgd van betrouwbaarheid, bezadigdheid en deege degelijkheid. Maar ontaarden zij tot gebreken en ondeugden, dan slaan zij licht over tot traagheid, stroefheid, stijf- en stijfhoofdigheid, of ook tot flauwheid en Jan-Salie-geest.
Hij moest het lijdelijk aanzien, dat de burgers hem van de barrikaden hoonden, "Hij is zeker gekomen", zeiden ze, "om het hoofd zijns vaders te zoeken en den verjaardag van diens onthoofding te vieren. Laat hem maar eenige straatsteenen voor zijne voeten uit den grond halen, dan zal hij het bloed vinden van den edelen, waardigen martelaar, dat tegen den ontaarden zoon ten hemel schreit."
Een jongen, die niet was aangenomen, kon nergens terecht; als looper met quitanties op kantoren, in winkels, noch bij de bureaux van 't zeewezen wilde men zoo'n dommen of ontaarden jongen hebben, die op zijn achttiende jaar nog niet was aangenomen. Zijn groot lichaam hielp hem ook niet veel.
Immers, de Gelderschen, die, nog steeds aan hem gehecht, in hem den ontaarden zoon voorbijzagen om alleen den wettigen Vorst uit het oude stamhuis in hem te eeren, hadden hem opnieuw tot hun Heer uitgeroepen, en, zoolang zijn afwezigheid duren moest, het bestuur der zaken aan zijne zuster Katharina opgedragen.
Niet wanneer hij zich willoos had laten medesleepen door de omstandigheden, met de gedachte dat er niets te doen is tegen iemands noodlot. Dat fatalisme heeft Vincent ook. En er is niets zoo ontzenuwend als dat fatalisme. Het leven zou in een moreelen dood ontaarden, wanneer een ieder ging zitten, de handen in den schoot legde en dacht: Nu kome, wat komen wil.
Want de vrijheid is een onwaardeerbaar voorregt, als zij goed aangewend wordt, en als ieder burger van zijn ~persoonlijk~ belang iets wil afstaan, om het ~algemeen~ belang te bevorderen. De welvaart is een zegen, zoolang zij niet misbruikt wordt: want goed geeft moed, en vermogen magt, hoezeer die dikwijls in overmoed en trots ontaarden.
Een kerk zal er moeten zijn om te troosten met de gronden der hoop, dat het leven niet eindigt met dit aardsche bestaan, waar het wijst op levens vol onschuldig lijden en onverdienden hoon; op het sterven van zuigelingen, van mannen en vrouwen in de kracht van het leven, zoo uitstekend en nog zoo nuttig in hun kring; van ellendigen, kinderen van ontaarden, die rondtastten hun gansche leven in de onreinheid en stierven met een godslastering op de lippen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek