Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Dieven zijn, ja, in uwe woning gedrongen, maar mij hebben moordenaars huis en hof in de asch gelegd. Weet gij, Nebenchari, weet gij, wat men mij gedaan heeft? Toen zij mij verdreven en vervolgden, waren zij in hun recht; want volgens hunne wetten was ik des doods schuldig. Ware het daarbij gebleven, ik had hun kunnen vergeven, want ik had dezen Amasis lief, gelijk een vriend zijn vriend liefheeft.
Intusschen was Nebenchari reeds weder op weg naar het sterfbed der Egyptische. Bij de metalen poort in den muur, die den tuin van het vrouwenverblijf scheidde van de hoven bij het groote paleis, trad een in het wit gekleed grijsaard op hem toe. Nauwelijks zag hij dezen, of hij deed een paar schreden achterwaarts, en staarde die hooge, magere gestalte aan als ware zij eene geestverschijning.
»Nebenchari," antwoordde Phanes, »is de zoon van denzelfden Imhotep, die de beide kinderen verruilde!" De oogarts keek somber voor zich. Cambyzes nam de papyrusrol uit de hand van Onoephis, beschouwde een oogenblik, het hoofd schuddende, de schrijfteekens die ze bedekten, naderde toen den geneesheer, en zeide: »Bezie deze teekens, en zeg mij of uw vader ze waarlijk geschreven heeft?"
Nogmaals trok alles, wat hij in zijn half slapenden, half wakenden toestand had aanschouwd, voor het oog zijner verbeelding voorbij. Maar ditmaal werden die ontzettende droomgezichten door een nieuw beeld verdrongen. Nebenchari zag zichzelven naast de met ketenen beladen gestalten van Amasis, die hem gebannen en bespot, van Psamtik en de priesters, die zijne werken vernield hadden.
Nebenchari, de oogarts, ging steeds voort met Cassandane te behandelen, en vermeed allen omgang met de Perzen, onder wie zijn somber, in zichzelf gekeerd karakter tot een spreekwoord was geworden. Men noemde aan het hof elken gelukkige: een Bartja, en elken ouden knorrepot: een Nebenchari.
De geneesheer stelde Osiris, den beheerscher der benedenwereld, voor; Nitetis de ziel, die zich voor hem rechtvaardigt . Nadat deze ceremoniën afgeloopen waren, was het alsof er een nieuw leven in de borst der kranke ontwaakte. Zij ademde vrij en geregeld, als leed zij niet meer. Niet zonder aandoening zag Nebenchari op de jeugdige zelfmoordenares neder.
Nebenchari boog zich over de lijderes, drukte, voordat de geneesheeren van den koning binnentraden, een zachten kus op het voorhoofd der stervende, en mompelde: »Zij sterft als mijne bondgenoote. De goden hebben den vloek der stervende onschuld gehoord! Niet slechts als mijn eigen, maar ook als koning Hophra's wreker breng ik het zwaard over Egypte!"
»Maar ik zal niet gedoogen, dat het eigendom van mijn heer, den grooten arts Nebenchari, weggevoerd worde!" schreeuwde de oude man. »Ik zal mij aanstonds recht verschaffen, en des noods tot den koning gaan." »Voorzichtig, mannen!" riep de tempeldienaar tot zijne onderhoorigen. »Zóo is het goed. Maakt nu maar voort en brengt de kist dadelijk naar den opperpriester.
Anders niets?" »Neen!" »Vaarwel dan!" »Maar, Nebenchari....." De oogarts hoorde zijn knecht niet meer, want reeds had zich de deur, die toegang verleende tot het verblijf van 's konings vrouwen, achter hem gesloten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek