United States or Samoa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Deze stomme vijandelijkheid maakte een pijnlijken indruk, en men gevoelde zich onderling verlicht, toen na geëindigde zittingen, Michaïlof het palazzo verliet, tot herinnering aan hem een bewonderenswaardig portret achterlatende. Golinitschef was de eerste om de gedachte uit te spreken, dat de schilder afgunstig was op Wronsky.

Het bewegelijk gelaat van Michaïlof verhelderde, zijn oogen schitterden, hij wilde antwoorden, maar zijn ontroering belette het hem en hij wendde een hoestbui voor. Deze opmerking van details, die juist was, maar voor hem van weinig waarde, omdat hij Golinitschefs kunstzin zeer gering achtte, vervulde hem toch met blijdschap.

"Is het waar, dat die Michaïlof in benarde omstandigheden verkeert?" vroeg Wronsky, die in zijn hoedanigheid van Maecenas verplicht meende te zijn den kunstenaar te helpen, zonder zich te veel om de waarde van zijn schilderij te bekommeren. "Zouden wij hem niet kunnen vragen het portret van Anna Arkadiewna te schilderen?" ""Waarom het mijne?" antwoordde deze. "Neen, het uwe wil ik, geen ander.

Het hoofd van Christus moest onderwerping aan den dood, het gevoel van een heilige geestdrift, van een bovennatuurlijke kalmte, van een verheven liefde en bij gevolg ook van medelijden met zijn vijanden uitdrukken; Pilatus, de stadhouder, moest volstrekt het zinnelijk leven voorstellen, in tegenstelling met Christus, de type van het geestelijk leven, en bijgevolg het voorkomen hebben van een vulgair Romeinsch ambtenaar; maar het gelaat van Michaïlof klaarde toch op.

Hij bemerkte echter, dat Michaïlof een woord van waardeering verwachtte, en voegde er bij: "Uw werk is zeer gevorderd sedert de laatste maal, dat ik het gezien heb, en nu ben ik, evenals toen, zeer getroffen door uw Pilatus. Men ziet in hem den goedhartigen, zwakken man, die niet het minste begrip heeft van de beteekenis zijner daad. Maar het schijnt mij...."

"Ik bid u, doe het," antwoordde Michaïlof met een gedwongen glimlach. "Dat is, dat gij een God geworden mensch en niet den mensch geworden God hebt geschilderd. Maar ik weet, dat dit uw bedoeling was." "Ik kan Christus niet anders schilderen dan zooals ik hem opvat," zeide Michaïlof met een donkeren blik.

De geestdrift door dit stuk verwekt, deed Michaïlof op nieuw ontroeren, maar hij vreesde nuttelooze herinneringen aan het verledene en wilde zijn gasten naar een derde schilderij geleiden. Wronsky mishaagde hem door te vragen, of de studie te koop was; deze kwestie van geld scheen hem ongepast en hij antwoordde, terwijl hij het voorhoofd fronste: "Zij is tot verkoop tentoongesteld."

Wronsky en Anna spraken fluisterend, zooals men op tentoonstellingen van schilderijen doet om geen gevaar te loopen den schilder te kwetsen, en vooral om geen van die opmerkingen te doen hooren, die zoo licht ongerijmd zijn, wanneer men van kunst spreekt. Michaïlof geloofde aan een gunstigen indruk door zijn schilderij teweeggebracht en naderde hen.