Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
Met de gymnosophisten van Indië, boedhistiese filosofen, behandelt Alexander diepzinnige vraagstukken als de kwestie welke van de twee er eerder was: de nacht of de dag, en of er meer levenden zijn dan doden of omgekeerd. Voor hen die in Maja en in het Nirwana geloofden, is Alexander slechts de wereldse ijdelheid en begeerte die tot niets leiden.
De kunstenaar tusschen twee vrouwenbeelden: de eene vrouw, de illusie van het ideaal, Irene, de vredebelovende bezielster der jeugd, troosteres van den ouderdom; de andere, illusie der werkelijkheid, Maja, de schijn, schijngezellin van zijn leven; de groep wordt afgesloten door een achtergrond van gebergte, en een satyr, genius van den roes van het natuurlijke levensgenot, ziet van die wilde hoogte op haar neer.
Kunnen wij den dichter beluisteren en zijn fluisterende gedachten voor ons gehoor opvangen, wanneer hij tegenover Irene, het in zijn jeugd verlaten ideaal, en Maja, de wereldsche levensgenoote, gemeenschap houdt met zijn ziel?
Terwijl hij daar stond, zag hij een paar kleine zwervers over den weg loopen, en stilhouden voor de herberg. De jongen zag dadelijk, dat het een paar kleine meisjes waren, en hij liep gauw naar hen toe, omdat hij meende, dat hij misschien van haar hulp zou kunnen krijgen. "Zie zoo Brita Maja," zei de eene, "nu moet je niet meer schreien! Nu zijn we bij de herberg. Hier mogen we wel binnenkomen."
"Toen Moeder van ons wegging," antwoordde daarop een helder stemmetje, "heeft ze me laten beloven, dat ik elken avond mijn avondgebed zou opzeggen. En dat moet ik doen en Brita Maja ook. Zoodra we hebben opgezegd van: "Onzen lieve Heer, die de kinderen liefhebt" zullen we stil zijn." De boer zat stil te luisteren, hoe de kleintjes hun gebedje opzeiden.
En de dichter-kunstenaar was in 't oog van de wereld gehuwd met Maja, den schijn van de werkelijkheid. Daar ontmoette hem weder, midden in het gewone leven, de illusie van het ideaal. Het ideaal kwam als een droomgestalte, en het was alsof het den dichter in het leven had gevolgd en gezocht, nu hij zelf het ideaal niet meer in 't leven wilde zoeken of volgen.
"Wij zijn Anna en Brita Maja van Engärde!" zei de oudste, "en we wilden om nachtverblijf vragen." Hij nam de uitgestoken handjes niet aan, en was juist van plan die bedelkinderen weg te sturen, toen een nieuwe herinnering in hem opkwam. Engärde, was dat niet het hutje, waar een arme weduwe met haar vijf kinderen gewoond had?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek