Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


Pompadours. 1 o., 2 1/2 l. gemalen rijst, kookt men in eene flesch melk gaar, en, als het koud geworden is, voegt men er bij: 3 l. zoete en 1 l. bittere gestooten amandelen, 6 eijerdoijers, 2 goede lepels suiker, 1 citroenschil, 1 o., 2 1/2 l. boter, en eindelijk het beslagen eiwit. Men klopt alles goed dooreen en bakt het in kleine vormpjes.

Verder lag er een hoopje papieren. Er was een aangename dagheldere tint. In den gang was alles kalm. Alleen het gekuch van Jans, het sissen van boter of het geklater van borden, die op of van mekaâr geschoven, en het geklitter van zilveren lepels en vorken, die bewogen werden, klonken in den gang.

Anderen vervaardigen voorwerpen, die buiten het klooster verkocht worden: kleederen, rozenkransen, lepels, schotels en dergelijke zaken.

Hij wordt met suiker en kaneel bestrooid en warm op tafel gebragt. Even zoo kan men koeken met kersen, morellen of boschbessen bakken. Soufflets. 2 lepels bloem roert men in 4 1/2 m. melk, en klopt het goed met 4 eijerdoijers, wat citroenschil en zout; dan wordt er 1 o., 2 1/2 lood gestampte bitterkoekjes en het geklopte eiwit bijgevoegd.

Rommelkantjes. 7 1/2 o. bloem, 7 eijeren, 4 lepels broodsuiker, 3 geraspte citroenschillen, 2 1/2 o. amandelpas en 5 l. gist beslaat men met 2 o. boter en de noodige melk tot het een niet te dik beslag is. Men laat het rijzen en bakt het dan in vormpjes.

Men maakt van 2 o. geraspte amandelen, 2 1/2 o. gezifte suiker, 12 eijeren, waarvan het wit tot schuim geklopt is, 6 1/2 l. bloem en 2 lepels arak, een deeg als voor No. 22, en bakt daarvan 2 bladen. Het eene wordt bedekt met de onderstaande vlade, het andere er opgelegd en zoo gebakken.

De baker zette de soep op een vuurtje, om die warm te houden, plaatste het comfoortje vóór zich op tafel, en nam den kleinen Dirk op haar schoot, om hem te verkleeden. Dirks moeder, die zeer zwak was, lag in een gerusten slaap. Af en toe roerde de baker eens in de soep, opdat deze niet zou aanbranden, en nam dan telkens een paar lepels vol, om te proeven, hoe warm ze was.

Men snijdt daarop de ham in dunne sneden en zet die in een diepen schotel, zóó naast elkander, dat de vetzijde bovenkomt; men giet er dan de volgende saus, die men vooraf heeft gereed gemaakt, zoo warm mogelijk overheen: een goede bouillon, uit 2 of 3 pond vleesch bereid, volgens A, No. 8, wordt gebonden met een paar lepels gefruit meel, gekruid met zout en citroenschijven, en daarmede doorgekookt.

Zij dronk uit een gouden kop, meer dan een okshoofd in een slok. Haar messen waren tweemaal zoo lang als een zeis, die recht op haar heft staat. De lepels, vorken en ander tafelgereedschap waren alle naar dezelfde verhouding.

Deze saus moet zeer dik zijn. Men kan in plaats van melk ook bouillon nemen. Aspersiesaus. Men neemt 3 eijerdoijers, of 2 eijeren met het wit; 1 vollen theelepel meel, zeer gelijk geroerd met 2 lepels melk en ruim 2 m. van het aspersiewater, dan voegt men er zout, foelie of notemuskaat en een goed stuk boter bij, benevens een weinig azijn voor den smaak.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek