United States or Peru ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het woord liep van mond tot mond, te midden van algemeene schrik en ontsteltenis. "Wat zeg je?" vroegen ze hem. "Ik zeg dat er een kaaiman in gevangen zit," verzekerde Leon, en de steel van de bamboe dieper in 't water stekende, hervatte hij: "Horen jullie dat geluid? Dat 's geen zand, dat is de harde rug van den kaaiman. Zien jullie wel, hoe die bamboestokken daar heen en weer gaan?

Niet ver van de kapel van Santiago, en gekenmerkt door de veelkleurige standbeelden van de wapenherauten van Leon en van Castilië, vindt men de poort van de kapel der Nieuwe koningen, gebouwd door Alonzo Covarrubias, op bevel van Karel

Niet ver van de kapel van Santiago, en gekenmerkt door de veelkleurige standbeelden van de wapenherauten van Leon en van Castilië, vindt men de poort van de kapel der Nieuwe koningen, gebouwd door Alonzo Covarrubias, op bevel van Karel

"Nu, dan is of het meer betooverd, of ik haal er wat uit." Leon bracht de bamboe in het water, maar men zag zijn gezicht een verbaasde uitdrukking aannemen. Zwijgend keek hij een oogenblik naar 't naburig gebergte. Daarna ging hij weer voort met de bamboe door het water heen en weer te bewegen. Dan, zonder hem op te halen, mompelde hij: "Een kaaiman." "Een kaaiman!" herhaalde men van alle kanten.

Na den middag bezigtigde ik de kerk en de puinhoopen van de gewezen Abdij van St. Victor, aan de zuidzijde van de haven bij de citadel. Deze kerk is volgens oude bescheiden door St. Leon den Grooten gewijd, en was benevens de Abdij gebouwd, van overblijfsels van Heidensche oudheden.

De Portugeesche ontdekkingen hadden voor anderen reeds zonneklaar bewezen, dat Columbus niet de »Indiënmaar eene geheel nieuwe wereld ontdekt had. Cuba behoorde derhalve niet tot Azië, dat wist men reeds geruimen tijd, en dat het een eiland was, schooner, vruchtbaarder, rijker en veel grooter dan Hispaniola, ook dát wist men reeds, toen De Leon er den laatsten adem uitblies in 1520.

De koetsier, die voor zijn meester vreesde, riep ons toen smeekend toe: "Och lieve heeren, dood toch in hemelsnaam niet den eenigen zoon van den corregidor van Leon." Deze woorden verzachtten mijne kameraden niet, zij wakkerden integendeel hunne woede aan. "Mijne heeren," zei een van hen, "laten wij den zoon van onzen grootsten vijand niet doen ontsnappen.

Het is de zomer niet meer, het is de winter nog niet, het zijn de eerste dagen van den slapenden en weemoedigen herfst. Léon Duval is vertrokken. René en zijne zuster hebben hem in hun rijtuig tot aan het station vergezeld en keeren nu alleen naar hunne woning terug. Beiden zitten stilzwijgend.

Plotseling ging de deur open en Leo, in een allervreemdst kostuum, dat herinnerde aan een' Spaanschen roover op een plaatje, verscheen op den drempel. Ik was stom van verbazing. Hij was blijkbaar niet zeer ingenomen met mijne gasten, want hij verdween zoo spoedig mogelijk. "'Qui est donc se singulier personnage? vroegen mijne gasten. "'Mais c'est Léon Tolstoy.

"Dus dat is diezelfde Elias, die den alférez in de modder heeft gesmeten," zeide Leon in gedachten. "En hoe was dat? Hoe ging dat?" vroegen eenige nieuwsgierigen. "Ze vertellen dat eens op een dag, in September, toen het erg regenachtig was, de alférez iemand tegenkwam met een vracht hout op zijn rug.