Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 oktober 2025
Passepartout was verrukt. De laatste daad van zijn heer, waarvan hij de gevolgen niet wilde inzien, had hem met bewondering vervuld. Nooit hadden de matrozen vroolijker en handiger passagier aan boord gehad. Hij was voor de bemanning de vriendelijkheid zelve en verbaasde iedereen door zijne gymnastische toeren. Aan de schepelingen gaf hij de mooiste namen en de lekkerste borrels.
Het smörgos wordt staande gegeten en het kost heel wat moeite eer men leert, handig met vork en mes te manoeuvreeren en ook om de lekkerste beetjes te vinden. Voor de heeren staat er brandewijn klaar, dames drinken nooit daarvan. Na het "smörgos" begint het eigenlijke middagmaal.
Gretig hapten en snapten zij naar de groote stukken rauw vleesch, die de knechten hun vóórhielden en trachtten elkander de lekkerste beten afhandig te maken. Hun keffend geblaf vervulde de lucht en gulzig slokten zij het eten naar binnen. Hoe de graaf met zijne ridders op de hertenjacht ging.
Een zorgzame moeder ontneemt het kind zijn lekkers, dat het pas terugkrijgt, als het van zijn andere spijzen genoeg zal hebben gegeten; dat "genoeg" te beoordeelen door de moeder. Niet als de dieren, die het eerst naar het lekkerste happen en dan het minder smakelijke laten liggen, mag het kind doen.
Van alle dranken was chocolade het lekkerste, wat ze kenden. Zij grijnsden over het geheele gezicht, als ik het woord chocolade maar noemde. Bij zulke tractaties deed ik navraag naar alles en nog wat, hun leven en denken betreffende. Van hun taal trachtte ik wat meer te leeren. De Uil was een eerste paedagoog; hij vond het merkwaardig, als ik graag wou weten hoe dit of dat heette.
Groenteverkooper: Adam en Eva, gesteld in 't groene paradijs, Aten hun buikje vol van de lekkerste spijs, Maar zij werden verleid van den schelmschen droes, Hier verkoopt men kool, wortelen, rapen en groen moes. Tapper: Wel te doen en vroolijk zijn Is 't beste op dees aard. Hier verkoopt men brandewijn En haver voor het paard. In het Leppersfort Is geen drank te kort.
Elk van dezen strekte de handen naar hem uit en hield hem het lekkerste hart van suiker voor, dat een koekenbakker ooit verkocht heeft; en Hjalmar, pakte elk suikerhart beet, terwijl hij voorbijvoer, en de prinses hield het goed vast, en zoo kreeg ieder een stuk: zij het kleinste en Hjalmar het grootste.
Dan komen de lange uitstapjes met zijn moeder, eerst overdag, als de roofdieren rustig zijn, dan in de schemering, en eindelijk de lange nachtelijke tochten, waarin hij door zijn leidsvrouw te volgen tallooze dingen leert, die een waschbeer weten moet: dezelfde paden te nemen tot hij de bosschen door en door kent; zijn onderzoekenden neus in elke spleet en barst te steken, want de lekkerste beetjes die er op zijn spijskaart staan schuilen op zulke plaatsen; een slaapje te doen als hij moe is, waarbij hij op zijn voorhoofd rust om zijn vroolijk geteekend snuitje te verbergen en te maken dat hij even weinig in 't oog valt als een rotsblok of een bemoste boomstomp; uit den hoogsten boom te springen zonder zich pijn te doen; en als hij een hol in den grond of tusschen de rotsen in gebruik heeft, op eenigen afstand van den ingang nog een uitweg te hebben en onder geen omstandigheden zijn hol anders dan door de voordeur binnen te gaan.
Hun voedsel bestaat uitsluitend uit plantaardige stoffen, hoofdzakelijk uit grassen en kruiden, uit bladen, knoppen en jonge spruiten. Eenige moeten zich met een zeer schralen kost behelpen, andere zijn buitengewoon kieschkeurig en maken alleen gebruik van de sappigste en lekkerste planten.
Wat de kat betreft, het was geen oude, dikke, logge, vetgemeste pannelikker, zooals men die gewoonlijk bij bejaarde vrijsters plaatst, die den dag doorbracht met op een kussen te slapen en met de lekkerste beetjes gevoed werd; maar het was een jong vlug, geestig diertje, met een glinsterende zwarte vacht, en een uitzicht, zoo schrander en vernuftig als dat van den wijdberoemden kater Murr kan geweest zijn: en zijn meesteres bedierf hem volstrekt niet, maar behandelde hem gelijk men een dartel spelend kind doet, aan hetwelk men gepaste toegevendheid bewijst, doch dat men tevens in ontzag weet te houden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek