Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Wenschen in dezen zin werden uitgesproken, o. a. reeds op een internationaal letterkundig congres te Brussel in 1858 en op congressen van kunstenaars te Antwerpen in 1861 en 1877; ook werden pogingen in dezelfde richting gedaan door de Börsenverein der deutschen Buchhändler te Leipzig en werd het vraagstuk besproken op het in 1876 te Bremen gehouden congres van de Association for the codification and reform of the law of nations.

Deze wetenschap had aan hem zeer schoone ontdekkingen te danken, en in 1853 was te Leipzig eene verhandeling over de transcendente kristallographie door professor Otto Lidenbrock verschenen, een groote foliant met platen, die echter de kosten niet goedmaakte.

De aartsbisschop van Milaan liet het gevaarlijke schriftuur in het openbaar door den beul verbranden. Het bezit er van werd te Leipzig met 10 daalders boete bestraft. De Chineezen leverden enkele jaren nadien Werther-tafereelen van 't fijnste porcelein. Napoleon las den roman zeven maal en droeg hem mede toen hij naar de Pyramiden trok.

Wanneer men evenwel de Beresina, Leipzig en Fontainebleau achter zich heeft, zou men Waterloo hebben moeten mistrouwen. Een geheimzinnig fronsen der wenkbrauwen was in den hemel kenbaar. Toen Wellington terugtrok, beefde Napoleon van vreugde. Eensklaps zag hij het plateau van Mont-Saint-Jean ontruimen, en het front van het Engelsche leger verdwijnen.

Alleen als zij tusschen het riet bezig is, kan men haar gemakkelijk waarnemen. Toch hebben de Waterratten, die zich in het Johanna-park te Leipzig ophouden, zich zoozeer aan het hier dikwijls zeer drukke verkeer van menschen gewend, dat men haar werkzaamheid op ieder uur van den dag, zoolang als men wil, kan nagaan, indien men voedsel voor haar medeneemt.

Een man van zeldzame geleerdheid en belezenheid in de letterkunde der classieke en der christelijke oudheid, van rustelooze arbeidzaamheid, welke ook door lichaams-lijden niet gebreken werd, met onverwoestbare liefde voor de literatuur en de eruditie der oudheid bezield; die in briefwisseling stond met pausen en wereldlijke vorsten, persoonlijk bevriend was met de voormannen der humanistische beweging in Engeland, die als raadsheer van den Duitschen keizer op zijn doorreis door onderscheiden Duitsche steden met eerbewijzen werd begroet, die in aanraking was, persoonlijk of schriftelijk, met Zwingli en Luther, met Oecolampadius en Melanchton, en evenzeer voeling hield met de inquisiteurs der Roomsche kerk, die door de aanhangers der Reformatie bijwijlen werd gehouden voor een invloedrijk medestander, en, had hij gewild, den cardinaalshoed had kunnen dragen, een man, door tijdgenooten betiteld als "vorst der letteren, priester der wetenschap, verdediger der ware godgeleerdheid, roem en sieraad van Duitschland", die door de uitnemendste geleerden van zijne eeuw als de vertegenwoordiger der hoogst denkbare ontwikkeling werd geëerd, die door de universiteiten te Ingolstadt, Leipzig, Keulen, Heidelberg en Weenen begeerd werd, door gansch Europa bewonderd als de man, die de groote vernieuwing en hervorming van alle dingen, die algemeen verwacht werd, zou tot stand brengen..., voorwaar, het mag der moeite waard geacht worden, in breede omtrekken zijn beeld geschetst te zien, en de vraag te stellen naar zijn beteekenis voor den tijd van woeling en worsteling, waarin hij leefde, zoowel als voor het nageslacht, dat hem telt onder de groote mannen.

En zoo ging de dappere man in den zomer van 1519, in gezelschap van zijn Wittenbergsche vrienden en een menigte studenten, naar Leipzig, waar het twistgesprek zou gehouden worden in de groote ridderzaal van het hertogelijk kasteel Pleissenburg, ten aanhoore van hertog George van Saksen, een groote schare van graven, abten, ridders en andere aanzienlijke en geleerde mannen.

Zelfs toen zijn voormalige bondgenoot hem deed weten, dat de koning van Beieren hem reeds verlaten, met de bondgenooten gemeene zaak gemaakt en zijn leger aan de Inn met het Oostenrijksche vereenigd had, en dat deze krijgsmacht, onder Wrede op marsch was naar den Rijn, liet hij zich niet afbrengen van zijn voornemen in de vlakte van Leipzig slag te leveren.

Op voorstel van Blücher was het leger uit Bohemen, door Bennigsen versterkt, rechtstreeks naar Leipzig op marsch gegaan. Blücher zelf rukte naar Wittenberg. Hier wilde hij de Elbe passeeren, met Bernadotte vereenigd, eveneens naar Leipzig marcheeren en het Fransche leger op deze wijze totaal afsnijden van den Rijn. 't Was een plan, Napoleon waardig.

Tegenover deze macht, welke Hamburg, Dresden en Leipzig in haar bezit had, kon de Keizer voorloopig niet meer stellen dan circa 80.000 man, verdeeld in de garde en vier korpsen. Voor 't grootste gedeelte waren deze afdeelingen nog op marsch. Ten zuiden van Maagdenburg, met den linkervleugel geleund aan de Saale, stond voorts Eugène met bijna 40.000 man.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek