Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juni 2025
Het brood behoudt zijn aroma, doordat de gassen niet kunnen ontwijken, tegengehouden door de laag olie en de metalen wanden van den vorm. Zweedsch ongerezen knapbrood. N.B. Men kan dit brood maanden lang bewaren. B. Gerezen brood van ongebuild meel.
Als wij dicht bij het dorp komen, verkondigen zware buizen, die langs den weg liggen en een vettig, slijkig vocht uitzweeten, de nabijheid van het industriëele middelpunt aan. Wij moeten uitstappen bij de Doftana, die zoo laag is, dat er een massa rotsachtige eilandjes worden gevormd, waar het water snel tusschen doorstroomt. Een houten brug leidt over den stroom.
De grond, die bij hoog water wordt overstroomd, is bedekt met eene laag vochtige klei en draagt geen gras. Wij zien talrijke sporen van tapirs. Nadat wij ruim een kwartier geloopen hebben, staat de Indiaan eensklaps stil: "el tigre!" roept hij. Hij heeft het dier zien wegvluchten en wijst ons zijn spoor. Lejanne vuurt in die richting zijn geweer af, en wij vervolgen onzen marsch.
Terwijl de onderhandelingen voortduurden, gingen wij in het woonhuis, een groot, laag gebouw met witte muren, een zwaar dak en veranda's. Om het huis is een poging gedaan, om een tuin aan te leggen, maar hij is verwaarloosd; de planten zijn verwilderd, gras groeit op de wegen, en de hagen zijn vervuild. Men voelt, dat eenmaal hier een vrouwenhand aan het werk is geweest, die den tuin verzorgde.
Zeer zeker ook onder den invloed dezer onveranderlijke, door de traditie gewijde regelen, is de kunst in de kloosters op de berg Athos tot een zeer laag peil afgedaald, en is alle leven en bezieling daaruit geweken.
Dat ziet men hier in allerlei vormen overal, en toch was dat meisje de meest ontwikkelde der drie; ze sprak aardig wat duitsch en drukte zich beschaafd uit. 't Ging nu weder berg af, aanvankelijk door weiden en laag hout; in die weiden bloeiden hier en daar prachtig gekleurde leliën, die ik voor en na niet meer gezien heb.
Ik ging niet uit mijn stoel, maar liet mij naar binnen dragen. Halef moest door de tweede deur kijken en fluisterde mij in: Er is maar een enkele ongewapende man binnen, met een zwart gemaakt gezicht! Zijn er deuren daarbinnen? Geen enkele. Hoe smal en laag deze tweede deuropening ook was, toch kregen mijn dragers er den stoel doorheen.
Hij wist de juiste plaats van de lekken niet, schoon het voor mij nu duidelijk was, dat zij zoowel in het achter- als in het voorschip waren, zeer laag en nu reeds diep onder water, zoo van binnen als van buiten. De zwarte voegde er bij, dat de kapitein zelf het water had ingelaten, maar meer wist hij niet.
Waar men zich ook bevindt, overal treft men verspreide hutten aan, zoo primitief mogelijk ingericht, want het klimaat laat toe, dat men bijna zijn gansche leven in de open lucht doorbrengt, in de schaduw van boom of muur, als het te warm is, in de zon, als de aan warmte gewende oosterling de temperatuur te laag vindt.
Niet uit laag belang, niet op hoop van stoffelijk voordeel, neen! maar gelijk aan het klimmende veil, dat niet leven kan, tenzij het eenen eikeboom omhelzen moge, heb ik, ootmoedig doch warm kunstenaar, mijn geluk en mijn ongeluk aan de wisselingen van het lot gehecht.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek