Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
«Neen, het is geen kalkoen,» dacht de oude eend; «kijk eens, hoe ferm hij met zijn pooten slaat en hoe recht hij zich weet te houden! 't Is mijn eigen kind! Eigenlijk is hij toch nog zoo leelijk niet, als men hem maar eens goed bekijkt! Kwak, kwak!
«Hoor eens, kameraad!» zeiden zij; «je bent zoo leelijk, dat je goed bij ons past. Wil je met ons meegaan en trekvogel worden? Hier dichtbij in een ander moeras zijn eenige aardige wilde ganzen, allemaal dames, die evenals jij «kwak!» kunnen zeggen. Je kunt je fortuin daar wel maken, hoe leelijk je ook wezen moogt.»
Wacht eens! Zet je pooten niet zoo binnenwaarts! een welopgevoed eendje zet zijn pooten buitenwaarts, evenals vader en moeder doen. Ziet eens! Zoo! Buigt je hals nu en zegt: Kwak!» En dat deden zij; maar de andere eenden in de rondte bekeken ze en zeiden tegen elkaar: «Kijk eens! Nu moeten wij nog het aanhangsel krijgen, alsof wij al niet talrijk genoeg waren!
Kwak van slijkrige paardvijgen stompte met dreun tegen 'n ruit van Golconda, dat het glas beefde en de joden er achter schokten terug tegelijk keilde een steen door de ruit vlak er boven, versplintrend het glas, scherven rond-bliksmend in 't donker der kamer, op het kozijn, achter het ijzeren hek.
Kwak, Quack en De Quack ; De Lepeleer, De Lepelaere, De Lepeleir en De Lepeleire; Ooyevaar, Ojevaar, met de oude formen van dit woord Ovaere, Odevaere en Ottevaere, alsmede met den saksischen, ook hoogduitschen en engelschen form Stork.
Waarom heeft u zich zoo mooi gemaakt, mijnheer Anselmus? Wilt u er met ons wat over babbelen, hoe grootmoeder met haar achterste het ei stuk drukte en de jonker een kwak op zijn Zondagsche vestje kreeg? Kent u de nieuwe aria al van buiten, die u van papa Starmatz geleerd hebt, mijnheer Anselmus? Wat ziet u er potsierlijk uit met uw glazen pruik en uw bordpapieren kaplaarzen.
Hier en daar zat een kikvorsch op een blad. Maar nu sprong hij niet in 't water als Johannes kwam. Hij maakte alleen een kleine buiging en zeide: 'Kwak! Johannes boog beleefd terug, hij wilde zich vooral niet ingebeeld toonen. Daar kwamen zij aan het riet, dat was breed en de geheele boot verdween er in, zonder dat zij het land bereikten.
Plof! daar sprong zij in het water. «Kwak, kwak!» zeide zij, en het eene eendje na het andere plofte er nu ook in; het water spatte hun om den kop, en zij doken even onder, maar kwamen al spoedig weer boven en zwommen uitmuntend; hun pooten gingen van zelf, en allen waren zij in het water; zelfs het leelijke, grauwe eendje zwom mee.
Poddy kreeg vast z'n portie 'n gestoofde bliek, 'n kwak rijst met erwten en 'n halleve harden bokking. Suikerpeer bracht 't 'm zelf, maakte 'n kuil in de deken, trok 't vel van den bokking met z'n nagels, omdat Poddy zoo schlemielig tekeer ging dadde de erwte in 't bed rolde.
"Och," riep de eene reus, "onze vader is gestorven, en die heeft gezegd, dat wij zijn goed mochten verdeelen. Nu zijn hier zijne laarzen, en daar moeten we dus ieder een van hebben, maar dat wil Kwak niet." "Neen," riep de andere reus, "wat heb je aan één laars? Daarom zeg ik, laat mij ze liever beide hebben, en dat wil Kwik niet!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek