United States or Norfolk Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ze stonden er allemaal vreemd, de boomen, in hun naakt en zwart geraamte, met hun zotgeschoten, gewrongen en gekronkelde takken, als eens uit den grond gefonteind, omhooggesperteld, en alzoo verhard en verhout in den eersten wip van hun levensgeweld. Allen hadden 't leven gewaar geworden, en de blijde kitteling er van gevoeld.

Dissel, fluisterde ze, heeft het kistje laten brengen ... Ze drukte op zijne vingeren, toetste de siddering die door zijn lichaam joeg. Hij voelde tegen zijne slaap de kitteling van haren adem. Nu, niet waar? vezelde ze al zoekend, met de hare, zijne vreesachtige oogen, nu gaat ge moedig zijn en optreden als een man.

Het moedertje had het kind naast zich op den grond gelegd en hield de uitgespreide vingers der hand boven het kopje van den kleine. Dan streek zij hem ruw liefkoozend over het gelaat, de oogleden sluitend, herhaaldelijk en herhaaldelijk, in snelle opvolging. En in de kitteling van het spel gleed er een vleugje van lachen over het bolle, uitdrukkinglooze kindergezichtje.

't Afgezaagd: "en ze viel!" is de lievelings-kataklysme tot opbeurende kitteling van arme lezende zielen. Ze, ja, ze! Want in-verband met de duurte der voedingsmiddelen, en de daaruit voortspruitende behoefte aan 'n "fatsoenlyk huwelyk" ik erken volmondig die behoefte, doch alleen: "omdat uwe harten boos zyn" is 't vallend voorwerp gewoonlyk 'n stumperige "zy."

Ze kon niet rustig blijven en blies over zijn voorhoofd, tot het hem eene onverdraaglijke kitteling werd, Als ze dan eindelijk moe werd en tegen zijn borst aanleunde, voelde ze Rupert's zachte hand met eene ongemeene voorzichtigheid de spoelvormige broosheid van hare vingeren betasten, elk kneukeltje met eene nauwkeurige aaiing omdoen en even sidderen op den kouden toets van hare ringbriljanten.

Hij kwam op 't Meulenhof als een ridder uit oude tijden en met eene kitteling van de sporen, deed hij zijn peerd geweldig steigeren. Verkamer en de dochters kwamen ijlings buiten kijken en ze loechen vriendelijk en voldaan naar de welgekomene bezoekers. Odo liet zijn blinkend peerd bewonderen binst bij er nog op zat en keerde en wendde het waar hij zijn wilde.

Maar hy was te bekwaam in z'n specialiteit van perpetueel ondergeschikte, om de kitteling van z'n streelen aftestompen door overvoer. Meer dan tweemalen daags zeide hy 't niet. En gewis ook zóó veel keeren kon m'nheer Kopperlith het verdragen zonder op 't afgryselyk denkbeeld te komen dat z'n boekhouder hem voor den gek hield. Neen ... Dieper had verder kunnen gaan, waarachtig!