United States or Cocos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Nergens zien wij dat zoo duidelijk als op eene plaats in de Nederduitsche compilatie Karlmeinet die omstreeks 1300 uit Nederlandsche romans is samengesteld. Daar wordt ons een overzicht gegeven van de kunst en de kunsten van Hundert mynistrere De wir nennen speleman. Hier zien wij duidelijk de afkomst van ons reizend kermisvolk, die paria's en nomaden der hedendaagsche samenleving.

"Een uur geleden kraaide ik ""goed weder tegen morgen"", en als de pachteres dat hoorde, riep zij tot de meid: ""de haan voorzegt goed weêr tegen morgen, 't zal hem een dure keer zijn. Want nu mogen wij ons kermisvolk verwachten, en meester Rookop moet in de soep".

De onbezorgde aard van dit kermisvolk verloochende zich toch geen oogenblik! Eindelijk stond de Schoone Zwerfster dus weder op vasten grond en was er geen gevaar meer dat het ijs onder haar weg zou zinken. Het is gemakkelijk te begrijpen hoe blijde onze reizigers waren, dat zij zich ten minste in dit opzicht in veiligheid bevonden.

De jaarmarkt te Thorhout duurde verscheidene weken; zij werd niet alleen door Vlamingen bezocht, maar ook door Walen, Franschen, Duitschers, Italianen. Honderden koopers verdrongen zich tusschen de tenten; potsenmakers en kermisvolk vertoonden er allerlei kunsten en grappen, bedelaars riepen de weldadigheid in der aanwezigen.

MEVR. HOLT. Hemel ja, daar heb je ze. MEVR. LYNGE. O foei, die afschuwelijke menschen! MEVR. RUMMEL. Ja, dat is je echte kermisvolk. Ziet u die daar, met die grijze japon, mevrouw Holt; zij draagt den knapzak op haar rug. MEVR. HOLT. Ja, en ze draagt hem aan haar parasol-stok! Dat is natuurlijk de vrouw van den directeur. MEVR. RUMMEL. En daar heb je den directeur zelf, die met dien baard.

Dumont, uw pakjes zijn behoorlijk aan hun adres te recht gekomen." Een beroemd Advokaat had zich belast met een zaak voor koorddansers en dergelijk kermisvolk. De Voorzitter betuigde hem zijn verwondering, dat hij voor dergelijke lieden pleiten zou.

Hij droeg een zwarte vilten hoed met wapperende groene linten, welks hooge bol als een suikerbrood uitliep, en die slechts een veer of eene roos noodig had, om door den eersten Tyroler den besten te worden gemijnd. Zulk een hoed werd toenmaals in Holland noch gezien noch gedragen, dan in kermistijd, en »door 't kermisvolk"; wie er zich buiten die bachanaliën-dagen mee vertoonen durfde, moest òf een brutale opsnijder òf een vreemdeling zijn, onbekend met en onverschillig voor den indruk, die zulk een inbreuk op het alledaagsche bij de bevolking van oud-Nederland moest maken. Deze heeft zich sedert 31 wel aan wat anders moeten gewennen! Maar la question n'est pas l