Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 juni 2025
Dit viel voor in den namiddag van den 2den September. Aristobulus had zich op weg begeven om de rotsen te bestudeeren, die het uiterste uiteinde van de zuidelijke punt van Jona uitmaken. Een van die granietmassa's, een »stack", trok in 't bizonder zijn aandacht, en wel zoodanig, dat hij besloot den top daarvan te beklimmen.
Terwijl men den Abtsheuvel afdaalde om zich naar de herberg te begeven, had miss Campbell kortaf gezegd: »Waarde ooms, daar mijnheer Beerenkooi in weerwil van alles, te Jona wenscht te blijven, zullen wij mijnheer Aristobulus Beerenkooi te Jona laten. Door zijn schuld hebben wij een eerste maal te Oban, een tweede maal hier te Jona onze waarneming gemist.
»Er bestaat een oord, miss Campbell," zei hij, »niet ver van hier, dat naar mijn meening alle mogelijke voorwaarden in zich vereenigt. Het is achter de hoogten van Mull gelegen, die nu den gezichteinder van Oban ten Westen beperken. Het is een der kleine Hebriden-eilanden, dat het verste in den Atlantischen Oceaan uitspringt, het is het bekoorlijke eiland Jona."
Miss Campbell en Olivier hadden zich bij het hooren van die woorden, die blijkbaar tot hen gericht waren, en als een antwoord op hun geestdrift klonken, omgekeerd. Aristobulus Beerenkooi stond daar achter hen op de brug. Dat lastige mensch had het verlangen niet kunnen weerstaan, om te gelijkertijd met miss Campbell Oban te verlaten, omdat hij wist dat Olivier Sinclair haar naar Jona begeleidde.
Zou dat dezen keer ook voor de zonneschijf voorbijschuiven op het oogenblik, dat zij in de golven zou onderduiken? Waarlijk, dat zou meer dan kwade kans moeten genoemd worden! Het vaartuig stevende de zeeëngte uit, die het eiland Jona van de kaap van Mull scheidt.
Den volgenden morgen reeds ten zes uur vertrok uit de kleine haven van Jona de Clorinda, een bevallig vaartuig van vijfenveertig of vijftig ton, dat bij een lichte noordwesterbries, met stuurboordshalzen over, zoo scherp mogelijk bij den wind de open zee trachtte te bereiken. De Clorinda had miss Campbell, Olivier Sinclair, broeder Sam, broeder Sib, juffrouw Bess en Partridge aan boord.
»Oh! ik heb geen haast," antwoordde het jonge meisje, dat zich sedert hun vertrek van Jona zeer gelukkig gevoelde. »Neen, ik heb geen haast. De ligging van dit eilandje is heerlijk.
En inderdaad, waarom zou Aristobulus Beerenkooi, nadat zijn reisgezellen zoo plotseling verdwenen waren, niet aan boord van de stoomboot, die te Jona aanlegde, gestapt zijn, om naar Oban terug te keeren. Van alle ontmoetingen, was men er wel op uit om die te mijden.
De passagiers ontscheepten, het meerendeel evenwel slechts kortstondig, om een uur later weer te vertrekken, en langs de zeeëngte van Mull naar Oban terug te keeren; de anderen evenwel, slechts weinigen de lezer weet hoeveel met het doel om te Jona te verblijven. Eigenlijk heeft het eiland geen haven. Een steenen kade beschermt een kleinen inham tegen de deining uit volle zee. Dat is alles.
»Kom, op reis dan!" zei miss Campbell, »en vinden wij te Jona dien uitgestrekten gezichteinder niet, dien wij verlangen, dan zullen wij een ander punt der kuststrook opzoeken van af John O'Groats, het meest noordelijke einde van Schotland tot Landsend, de meest zuidelijke punt van Engeland toe en als wij dan niet vinden, dan...!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek