Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 juni 2025


Vroeger, zegt Chastellain, plachten de notabelen het heilig lichaam te dragen "en grande et haute solempnité et révérence", maar nu is het "une multitude de respaille et de garçonnaille mauvaise"; zij dragen hem schreeuwend en joelend, zingend en dansend, onder honderd potsen, en allen zijn dronken.

Alfons herkende beurtelings Maaie Troet en Mietje Moor, Sieska Verhelle en Fietje Cleemens, Miel en Irma Pese, Drieske Nijpers, Sies de Seissekoker en de Krommen Bulcke. 't Was al jong volk, behalve Sieska en de Krommen Bulcke, en zij juichten allen luid toen zij de bende der Van Dalens zagen binnenkomen, en schoven joelend op elkaar om plaats voor hen te maken.

Op het begijnhof was er in eens een blij gekres van kinderen, en zie! van uit de begijnenpoort kwamen joelend de witte maagdekens en de roode en purpele bisschoppekes gedanst, elk met een paksken suikerboonen. Zij liepen algelijk in den beemd en riepen en lachten, al smullend en smerend, hun vreugde in de lucht.

Maar zeer dikwijls ging het minder statig toe, als de bruiloftsgasten zich niet ontzagen pratend en joelend de kerk binnen te treden. Alleen geordende predikanten mochten den dienst leiden. Toch kwam het voor, dat proponenten het deden, gelijk bij het huwelijk van Willem Albert van Hout en Antonia Magdalena van Breda te Hoeven gem.

Achter hen reden twee wagens, vol schoone, gichelende meidekens, de lieven der soldaten. Joelend, dartelend en schaterend, etend, drinkend en dansend, volgden de schoone, dolle meidekens den tros.

»Ja, ja! Naar de telegraaf!" schreeuwde de menigte en een dichte drom bewoog zich nu in de richting van het Weesperplein. Heel dien nacht bleef het volk op de been en terwijl het bij gansche troepen, zingend en joelend, zich door de straten bewoog en overal de Fransche wapenborden afrukte en vernielde, zaten mijnheer Vermaat en zijn vrouw met betraande oogen te luisteren naar het lijdensverhaal der drie zwervelingen. O, hoe

Fonske begreep, dat nu reeds de verloving bekend was en gevierd werd; en, terwijl nog meer vuurpijlen in de hoogte openknalden, vlogen in het stille dorp de deuren open, kwamen de menschen opgewonden in de straat en holden joelend naar 't kasteel toe.

Geen holle drukte, geen joelend lawaai hier op straat: kalmte, stemming, ernst die bijna een ietsje zwaarmoedig aandoet, alsof de menschen daar nog meer in 't stil-glanzend verleden dan in den hedendaagschen "struggle" leven.

"Wel, jij feeks van 'n meid," dee hij, wijkend terug, als in angst. Zij hel-schaterde, de oogen vroolijk vergroot, den arm met 't bordje gestrekt. Toen zette ze 't neer op den stoel, klom in het bed, poogde z'n hoofd met stroop te smeren. Hij, joelend van schrik, trok 't dek om het lijf, ontvluchtend 't kleverig handje, tot-ie zich plots liet verrassen en 'r in de armen greep.

Hij had er innig-dolle pret om in zichzelf, want het was goed en het leek, maar hij wachtte zich wel het aan de makkertjes te laten zien; hij verscheurde 't haastig toen hij hen joelend zag aankomen en op zijn bleek, als naar gewoonte ietwat stroef gezichtje was zelfs geen zweem van zijn vluchtige, ondeugende oolijkheid meer te bespeuren.

Woord Van De Dag

kelderdeur

Anderen Op Zoek