United States or Mexico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een Hoofdcommissaris van Politie te Brussel zegt in zijn rapport over de prostitutie aldaar : "dat hij dikwijls onder de prostituées vrouwen ontmoet, die eerst alle phasen van armoede en ellende doorloopen hebben en door de onmogelijkheid om van de opbrengst van haar arbeid te leven, tot deze ondeugd vervallen." Waar zoo de feiten spreken vraagt Ds.

"Ten dele gelukt", dat weten we: Wanneer een zestal Rooms-Katholieke agenten van politie op 24 februari 1943 de Utrechtse hoofdcommissaris meedelen, dat zij op grond van een in de kerk op 21 februari voorgelezen herderlijk schrijven zouden weigeren, indien daartoe bevolen, Joden te arresteren, dreigt deze hoofdcommissaris met ontslag zonder pensioen, gage of wachtgeld, terwijl zij, die hem van hun voorgenomen weigering geen mededeling doen en zich toch daartoe verstouten, 'als saboteurs zullen worden beschouwd met alle ernstige gevolgen daaraan verbonden. Hier voegen wij aan toe, dat de zes voornoemd meteen door de Duitsers werden gezocht; men arresteerde, toen zij ondergedoken bleken, hun vrouwen en kinderen.

Uit een schrijven van den Hoofdcommissaris van Amsterdam aan de Middernachtzending, gedateerd 25 April 1899 blijkt ook, dat de handel in Amsterdam nog wel degelijk bestaat; daarin worden ook nog een paar gevallen van recenten datum vermeld; en deze zullen wel enkele zijn, die tot de ooren van het publiek komen; het grootste aantal zal wel steeds onbekend blijven.

Ik heb het laatst genoemd geval genomen en den Hoofdcommissaris van Politie te Rotterdam verzocht mij te willen melden, of het feit naar waarheid geschetst was. Ter contrôle citeer ik het daartoe betrekking hebbend deel uit diens antwoord.

Met zeer veel moeite is de vroegere Hoofdcommissaris van Den Haag, de Heer van Schermbeek, in het bezit van een exemplaar gekomen. Men moet n.l. voor de verkrijging van dit boekje tot de geheime corporatie behooren, op wier rekening het jaarboekje uitgegeven wordt en bij de bestelling moet een geheim teeken staan onder den naam van den schrijver.

Nog eene getuigenis was in deze tragische zaak van het hoogste belang. Zij werd afgelegd door den Hoofdcommissaris van Politie in de residentie.

Een staaltje volge hier uit ons land. Einde October 1899 waarschuwde de hoofdcommissaris van politie te Amsterdam tegen in den laatsten tijd in enkele dagbladen voorkomende advertentiën onder verschillende opschriften als o.a. "Meisje", »Ernstig gemeend" enz., ongeveer van den volgenden inhoud: "Gevraagd een flink burgermeisje van 16-20 jaar voor gezelligheid.

Deze verklaarde, dat Vrijdag den 3den Juni 1855, des middags tusschen halfdrie en drie uren eene dame aan het Bureel van Politie gekomen was; dat deze dame hem onmiddellijk wenschte te spreken, en dat hij niet weinig verbaasd was voor zich te zien een jonge vrouw, zonder hoed, met gehavend toilet en loshangende lange krullen, het gelaat met bloed bevlekt en eene wond aan den rechterslaap; dat deze dame op een stoel was neergevallen, en zeer onsamenhangend gesproken had; dat zij aanvankelijk niets anders zeide, dan dat zij, »zoo akelig" was, dat zij een glas water moest drinken; dat zij eindelijk met groote kalmte getuigde, dat zij iemand vermoord had; dat zij een adres in de Hoogstraat had opgegeven; dat de Hoofdcommissaris daarop gezonden had naar een bekenden arts voor zielsziekten, en tevens naar het adres in de Hoogstraat; dat de dame eene onbegrijpelijke geschiedenis verteld had, waarin de naam van den heer Van Reelant bij herhaling voorkwam; en hoe eindelijk tot zijne groote ontsteltenis gebleken was, dat de zonderlinge dame volkomen de waarheid gesproken had, dat de heer secretaris-generaal Van Reelant in zijne »appartementen" op geheimzinnige wijze was omgebracht, en dat de dame, zich noemende mevrouw De Huibert, volgens de verklaringen van den geneesheer, door een plotseling toeval totaal krankzinnig was geworden.