United States or Italy ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ook is die plaats een markt voor alle producten uit de dorpen, op Srinagar handel drijvend. De groote boomgaard, die tot kampplaats dient, is zeer levendig, evenals de oever der rivier, waar veel schepen liggen. Maar des nachts is het hondengeblaf zeer lastig en het belet u te slapen, vooral omdat er zich nog andere geluiden bijvoegen, als jakhalsgehuil en het balken der kleine pakezels.

Dat ging nu minder vlot, want onder de woning waren varkensstallen afgeschut, waarin een groote menigte krulstaarten verblijf hield. Enkele van de opgeschikte dieren begonnen te knorren. Onmiddellijk klonk er een woedend hondengeblaf uit de woning. Daar binnen was in een oogwenk alles in rep en roer. Vrouwen en kinderen gilden; dreigende mannenstemmen brulden van woede.

Zermah besloot, zich te midden van den dichten plantengroei van dat boschje te begeven, en weldra had zij dat voornemen uitgevoerd. De meer dan twee meter hooge gewassen verleenden doortocht aan de beide vluchtelingen, en hun gebladerte sloot zich achter haar aan elkander. Van hondengeblaf werd niets meer vernomen. Dat sluipen door die struiken geschiedde evenwel niet zonder moeite en inspanning.

Als deze vermanende stemmen hem vervolgden, dan werd het slot en de eenzaamheid den paltsgraaf te veel, en hij snelde naar buiten met de keffende honden en het gevolg, om door jachtfanfares en hondengeblaf de innerlijke aanklagers tot zwijgen te brengen.

Zijn huiveringwekkende stem verkrijgt door den weergalm in het woud een nog akeliger klank. Naar alle waarschijnlijkheid heeft dit geschreeuw, dat, gelijk Lenz zegt, "bijgeloovige lieden kippevel doet krijgen," aanleiding gegeven tot de sage van "den wilden jager"; het klinkt den angstigen mensch als het hondengeblaf van den jachtstoet des duivels of althans van den verdoemden ridder in de ooren.

Temidden van zijn overdenkingen komt er een jong haasje, verschrikt door het hondengeblaf, op hem toegeloopen en dringt zich tegen zijn voeten aan. Luther heeft medelijden met het diertje. Hij neemt het behoedzaam op en draagt het in zijn arm mee. Maar de honden krijgen er de lucht van. Ze bespringen het, trekken het uit zijn schuilplaats en bijten het dood.

Daarin werd toch hondengeblaf, kattengemauw, kikvorschengekwaak, slangengesis, vossengejank in hunne verschillende grondtonen vernomen. En toch waren er geen honden, geen katten, geen kikvorschen, geen slangen en geen vossen aanwezig. Maar vanwaar kwam dat geluid dan?

"'t Is verschrikkelijk, juffrouw Ram," antwoordt Strijkman, als eensklaps van boven een gebrul klinkt, dat niets menschelijks heeft en dat zelfs 't hevig hondengeblaf overstemt. "Heere! heere! wat gaat hij te keer ... Hoor eens! ... Mooi! de boel gaat kort en klein, hij slaat de glazen in, God bewaar me, dat was bijna raak. Mensch!

Boeren, slagers, veedrijvers, marskramers, jongens, dieven, leegloopers en zwervers van de allerlaagste soort wriemelden door elkaar; het gefluit van de drijvers, 't hondengeblaf, het loeien en stampen der ossen, het blaten van schapen, het knorren en gillen van varkens, geroep van marskramers, geschreeuw, gevloek en getwist aan alle kanten; het luiden der klokken en het stemmengerucht, dat uit iedere herberg kwam; dringen, stooten, jagen, ranselen, jouwen en schreeuwen; het leelijke onwelluidende rumoer op elken hoek van de markt en de ongewasschen, ongeschoren, vuile gedaanten die onophoudelijk heen en weer renden, nu eens in het gewoel verdwijnend, dan er weer uit te voorschijn komend, dit alles schiep een verbijsterend tooneel, waarin zich de zinnen verwarden.

Die mensen uit het Noorden zo spot men in Zuid-Frankrijk denken alleen maar aan eten en drinken en zij kunnen niet vrolik worden en zingen voor ze hun buik vol hebben en dronken zijn en de Duitsers met hun plompe manieren en hun »hondengeblaf" horen nu aan een hof helemaal niet thuis.