Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juni 2025


Het blijkt ons dan, dat daar waar de dichter de naaste wereldgebeurtenissen ophaalt, die het begin der handeling door hem bezongen zijn voorafgegaan, hij ruim twee eeuwen achteruit treedt; dat is tot dien Aartsvader onder wien het apocryfe boek aan Henoch toegeschreven het ontstaan der Reuzen vermeldt.

Maar ziet! terwijl Elpine, in barensnood, op den oever des doods verkeert, dalen Engelen neder, en dragen haar in Eden met haar kind, waar het in den schoot van Henoch, even als zij boven den dood verheven, zal worden opgevoed: in dat onbereikbaar Eden, waar Semeaza voor eeuwig uit gebannen is! Nu kent zijn razernij geen palen meer: hij stoot Fuäl van zich af; en er is niets meer dat hij ontziet.

Zijn wij recht levendig in deze aanschouwing werkzaam, dan is 't ons, of zij ons een wijle buiten ons zelven brengt. Heerlijk is de vrucht dezer contemplatie. Zij vereenigt ons op 't allernauwst met den Heere, zij doodt den zinnelijken lust, zij vervult de ziel met 't hemelsch ideaal, zij doet ons als Henoch wandelen met God, zij brengt een heerlijken glans op ons leven.

Vroeger had hij ook die namen van alle andere geweten, maar nu had hij ze, door belangstelling in Henoch en zijn hemelvaart, alle vergeten; deze Henoch was zijn lieveling in het geheele Oude Testament en aan zijn opvaren ten hemel knoopte zich een geheele rij voorstellingen vast, waaraan hij zich ook nu overgaf, terwijl hij met strakken blik op den horlogeketting zijns vaders staarde.

Men kan zich voorstellen, hoe de Aartsvader, als later met Abraham geschiedde, om niet in de afgoderij zijner stamgenooten te vervallen, verre van hen is afgeroepen, onder een geheel hem vreemde, doch voor hem niet gevaarlijke woestheid: en de dichter heeft aanleiding gevonden tot die voorstelling in het door hem vermelde apocryfe boek aan Henoch toegeschreven, waar God den Aartsengel Uriël tot Noach zendt met den last: "zeg hem in mijnen naam: verberg u zelven: en maak hem het naderend einde bekend, dat geheel de aardbodem vergaan zal."

Van de patriarchen vóór den zondvloed kende hij er maar één, namelijk Henoch, die levend in den hemel werd opgenomen.

Maar Henoch was toch niet gestorven, derhalve stierven toch niet allen; en waarom zou niet ieder zich voor God zoo verdienstelijk kunnen maken, dat hij levend in den hemel werd opgenomen. De slechte menschen, dat wil zeggen menschen, die niet veel van Serëscha hielden, die mochten sterven, maar de goede konden allen worden zooals Henoch. "Nu? Wie waren de patriarchen?" "Henoch, Enos...."

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek