Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 21 juni 2025


Maar ziet! terwijl Elpine, in barensnood, op den oever des doods verkeert, dalen Engelen neder, en dragen haar in Eden met haar kind, waar het in den schoot van Henoch, even als zij boven den dood verheven, zal worden opgevoed: in dat onbereikbaar Eden, waar Semeaza voor eeuwig uit gebannen is! Nu kent zijn razernij geen palen meer: hij stoot Fuäl van zich af; en er is niets meer dat hij ontziet.

Dat hoede Hy, om hoog, die my verplettren kan, Maar ook dat hart mij schiep het geen ik nooit verban!" De zachte Fuäl zweeg, en deinsde, en week ter zijde. Nu juichte 't woest dooreen! "Ten oorlog! ja, ten strijde Ons kroost verdedigd!" Ja 't geliet zich; aan 't gedruisch, Als wierd de lucht vervuld met worstlend golfgebruisch.

Tot driewerf keeren zy, by 't naadren van 't gebergt'! Tot driewerf, als door 't hart tot stoutheid aangetergd, Hernemen zy hun vaart, en dalen onverschrokken Op 't vlak der hoogste kruin, bedekt met wintervlokken, Waar hen die Raad verwacht, die Helsche gruwelraad, Die, zwanger van geweld, van moord in arbeid gaat. Gy, Fuäl, gy-alleen bleeft eenzaam, mijmrend achter.

Ondertusschen ontvangen die toovermiddelen een gansch andere kracht dan Ada die ooit gekend heeft, en zal Zilfa in het kamp van Segol verschijnen, met meer dan sterfelijke schoonheid toegerust. Semeaza, die tot nu toe, door zijn boezemvriend Fuäl in zijn rouw gesteund, zich van elk verbond met de Hel heeft vrijgehouden, aanschouwt dit plan zijner broeders met verontwaardigde afkeuring.

Het is aan hen, om de aarde te overheeren: Hun, Koning Adams stam, en van geen sterflijk zaad! Wat is zijn wierook my, die naar mijn glorie staat?" Hem andwoordt Fuäl; hy, die kwijnende en verslagen, Gods vonnis wettigde, en zijn borst weêrhield van klagen, Maar de oogen neêrsloeg met een ziel vol naberouw; Gevallen, maar in 't hart aan God en plicht getrouw.

Pinéhel, Fuäl, en gy-allen, ziet gy 't aan, En wachten we, uit de lucht hen ijlings neêr te slaan? Mijn vrienden! zal een hoop van nietige Aardelingen Ons dierbaarst, ja ons-zelv' in ons geslacht, bespringen? Hoe gloeit de vader niet op 't dreigen van zijn' zoon! Of zien we ons slechts ten spot vereerd als Hemelgoôn? Koomt, wreken we ons gezag, ons bloed; of eer, verweeren We ons recht!

Toestand van Semeaza tusschen de Reuzen, die hij wenscht te beschermen, en Elpine, die hij niet durft naderen en die hen met Segol bestrijdt. Hij beweegt zijn broeder en boezemvriend Fuäl, dat hij tot Elpine nadere, en haar smeeke om hem gehoor te verleenen. Bede daartoe strekkend, vol ontzag en ootmoedigen aandrang door Fuäl, om Semeaza, voor Elpine uitgestort. Vergeefs!

Verhoed Gy, dat uw volk met d'afgrond samenrott'! Gebannen zijn wy, en uw doemspraak onderworpen; Maar, de aarde moge ons bloed, indien het zijn moet, slorpen; Wy sterven de uwen steeds." 't Was Fuäl, die dus sprak, Hy, minder schuldig in zijn schuldvergrijp dan zwak, En, waar' de zwakheid-zelv' geen misdaad in Uwe oogen, ô Gy, die kracht verleent, wellicht het mededogen Des Hartenkenners waard.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek