Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


+1° Het bestaan eener willekeurige goddelijke rechtsorde.+ Et haec quidem quae jam diximus locum aliquem haberent, etiamsi daremus, quod sine summo scelere dari nequit, non esse Deum, aut non curari ab eo negotia humana. Deze zoo bekende en zoo befaamde woorden van Grotius volgen na zijn uiteenzetting van het natuurrecht in zijn dubbele beteekenis.

Van 1593 tot '98 behandelde Pierre Dumoulin, als buitengewoon hoogleeraar, Aristoteles naar het Grieksch. Voor zijn godsdienstige opleiding en godsdienstonderwijs had Grotius tot leermeesters Frans Junius en Uitenbogaerdt, toen hofprediker van Maurits.

Hetzelfde geschiedt als men borg is gebleven voor iemand. Ter oorzake van onze verbintenis, niet echter direkt ter oorzake van andermans fout, kan men dan schade ondervinden. Daaruit volgt, zegt Grotius, dat nooit of nimmer iemand ter dood kan gebracht worden, omreden hij borg is gebleven voor een ander; want, dewijl men zelf zulk recht niet heeft op zijn leven, kan men het niet verpanden.

Het recht in den zin van volkomen zedelijke hoedanigheid wordt bij de rechtsgeleerden aangeduid, door "het zijne". Hier wordt dan onder begrepen, het "jus personale" en het "jus reale". Hoe "facultas" en "dignitas" verschillen, wil Grotius nog duidelijker maken. Zij staan, zoo zegt hij, tegenover elkaar gelijk "potentia" en "actus" "in naturalibus."

Niet alleen in het opzetten der vraag, ook in de uitwerking van het probleem gaat Grotius niet hen mede. Niet gelijk voor Hobbes is volgens hem de mensch een egoïstisch wezen, neen de mensch is sociaal en redelijk.

Thomas in zekeren zin tot de "lex humana" behoort, het "jus gentium" of de algemeene gevolgtrekkingen af te leiden uit de natuurwet, behoort voor de Groot tot het natuurrecht zelve. Dit verschil van opvatting berust hierop, dat volgens Grotius door onze natuur is voorgeschreven of verboden, al datgene wat volgens de uitspraak van ons verstand, overeenkomstig is of in strijd met onze geaardheid.

Grotius echter meent, dat uit de waarheid: een misdadiger mag met recht voor zijn misdaad gestraft worden, niet volgt: een misdadiger moet volgens recht immer en altijd gestraft worden, een straf mag nooit worden kwijtgescholden. Voor dat het burgerlijk strafrecht werd ingesteld, zoo zegt hij, was men niet verplicht ieder strafwaardig vergrijp te straffen.

Grevinchovius ging hij naar Parijs, waar de groote man met goedheid werd ontvangen. Het gewichtigste feit uit zijn elfjarig verblijf in Frankrijk is wel, dat hij toen zijn beroemd "de Jure Belli et Pacis" schreef. In 1631 trachtte Grotius terug te keeren in het vaderland, vertrouwend op de welwillendheid van Frederik Hendrik, die middelerwijl Maurits was opgevolgd.

Na de redenen, waarom men volgens recht een oorlog mag beginnen, bespreekt Grotius de redenen, die een oorlog wel niet rechtvaardig maken, maar hem een schijn van rechtvaardigheid geven. Hij weet goed, dat men ooit ten strijde gaat zonder zelfs een zweem van recht, maar hierover zal hij niet uitweiden. Men is dan te vergelijken met wilde dieren.

Voor wij dit verder bespreken, vooraf eene andere vraag: is het ons nu duidelijk geworden, hoe Grotius zich de kwestie van het bestaan of niet bestaan van een natuurlijke rechtsorde voorstelt? Ik meen van wel. Hij stelt zich die vraag voor, als de vraag naar het zus of zoo zijn van de menschelijke natuur. En waarom? Ook dit leest men tusschen de regels in.

Woord Van De Dag

sexualiteit

Anderen Op Zoek