Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Het geluid van een vogel, jeugdig, Vol uitgelaten genot, En hun eigen stemmen, vreugdig, Als een levens-danklied tot God Het leeft alles te zamen in den Glans van dien glorie-dag, In het hart van die twee beminden In den blijden klank van hun lach. "Uw oogen zijn Koningsoogen Uw lokken zijn godenblond, Op uw lippen vol honingtogen Drink ik mijn nooden gezond.
"En als u dat nu eens gelukte, wat zoudt gij dan met de honderd gulden willen doen?" vroeg hij verder. "O!" riep de knaap vrolijk uit, terwijl de tranen hem daarbij in de oogen schoten, "met honderd gulden waren wij beiden uit den nood gered. Want, weet gij," dus vervolgde de arme jongen, "mijn vader is een behoeftig handwerksman, die nooit regt gezond was en tegenwoordig hard ziek ligt.
De landsheer barstte het uit van het lachen over het gebeurde en na aan elk der drie een kleed te hebben gegeven, keerden zij boven hun verwachting en aan een groot gevaar ontsnapt, gezond en wel terug naar huis. Tweede Vertelling.
Doch hij was het beligchaamd gezond verstand zijner eeuw, en dankte aan zijne fabelachtige vaardigheid in het schrijven eener doode taal het voorregt, in een tijd toen in alle landen van Europa wie maar een glimp van opvoeding had het latijn even gemakkelijk als de moedertaal verstond, door het bespelen van één klavier aller aandacht te kunnen boeijen.
Welnu, niets mag een mensch kunnen schaden dan hij zelf. Niets behoort bij mogelijkheid een mensch te kunnen uitschudden. Wat een mensch in werkelijkheid bezit, is binnen in hem. Wat buiten hem is, behoort een ding van geen belang voor hem te zijn. Met de afschaffing van den bijzonderen eigendom zullen wij dan een waarachtig, schoon en gezond individualisme krijgen.
In de geliefkoosde overtuiging dat Jacoba, ofschoon zij niet tot de sterksten behoort, "gezond van harte" is, werd de vader opnieuw en krachtig versterkt.
Vraag dat maar eens aan Dirk of liever aan zijn vrouw, die, gedurende het jaar dat zij in het ruime luchtige koetsiershuis van het buitengoed „Weijdenstein” boven Zutphen wonen, er welgedaan en gezond is gaan uitzien. De kinderen groeien als kool, eten als wolven, en er is altijd genoeg.
Maar hij is geen dwerg en geen monster; hij is geschapen zooals ieder ander en deugt nergens toe. Hij kan werken. Daartoe is hij te zwak. Hij zwak! kom, onzin en hij is zoo gezond en sterk als een groot mensch; zie maar eens welke beenen hij heeft. Hebt gij ze ooit rechter gezien? Barberin stroopte mijn broekspijpen op. Die zijn erg dun, zeide de oude man. En zijn armen? vervolgde Barberin.
Geen volk is zoo gezond als het zijn kan, zoolang één zijner kinderen ziek is, van geen land kunnen de bewoners volmaakte lichamen hebben, zoolang er nog één honger lijdt. De stoffelijke ellende in de maatschappij is een zaak die allen ter harte moet gaan en niet slechts hun alleen die er onmiddellijk onder lijden. Wij zijn broeders naar het lichaam en genoodzaakt hun leed mede te dragen.
Als de laatste van de tien de vragen heeft beantwoord, krijgen zij allen het bevel zich om te keeren. Nu zitten ze dus met het gezicht naar de kiezers. Buiten is het een muur van gespannen toekijkenden. De controleur vraagt: of de kiezers deze mannen kennen voor eerlijke lieden, en aan wie het dessa-bestuur goed toevertrouwd zou zijn? Of zij gezond zijn en sterk?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek