Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juli 2025


En het praten ging voort, lispelend met neusachtig geneurie.... wonderlijk toch zoo'n gesloten leven.... Johan liep weêr door, de broodenverkoopsters langs, waarvan hij het oogengegluur achter zijn weggaan voelde, hij zelve kijkend naar links en naar rechts, als een speurhond met den neus in den wind. Hij keek over de markt in de druischende drukte.

De even schelverlichte takken van de in den storm gezwiepte boomen, wuifden nattigglanzend in de duisternis heen en weer en uit de nog vaag-verlichte oranjerie klonk even iets duidelijker het gegons en gepraat en geneurie en gedempt gelach der op hun stroobed gelegerde manschappen tot ons door. Dat duurde zoo enkele oogenblikken.

Tusschen hun nachtelijk geneurie heen, hoort men somwijlen zeer vroolijke, zeer aangename en zeer bekoorlijke wijzen en melodiën, die echter vreemd genoeg nog niemand op noten gebracht heeft.

Het kwam er niet veel op aan, want professor Bhaer zong als een echt Duitscher, flink, uit volle borst, en Jo verviel weldra in een zacht geneurie, om des te beter te kunnen luisteren naar de welluidende stem, die voor haar alleen scheen te zingen. "Kennst du das Land, wo die Zitronen blühen,"

Heen is de dag de nacht nog niet geboren, En langs de bergen wademt avond-dauw De vogel laat een laatst geneurie hooren, In roerlooze aandacht luistert de landouw: De zwerver daalt, in zielsgepeins verloren, In ’t dal en naar ’t gehucht van wit en grauw; Daar klinken vrome tonen uit den toren, De star der liefde flonkert zilver-blauw: Het kerkje bracht, wie danken wilden, samen, En wierook en gezang golft uit de poort, En op het dank-gebed zegt alles: „amen

Leege oogenblikken werden gevuld met lied. En dat was nooit een zacht geneurie, maar een luid gejuich, vol uit de borst. Ook de bovenburen zongen en de benedenburen.

Johannes, wanneer op alle heuvels en aan de oevers van alle rivieren, de zingende maagdenscharen zitten; wanneer de herders al zingende het vee naar de weiden drijven; wanneer de paardenhoeders, zich tegen middernacht, rondom hunne wachtvuren, zingende aan den zoom van het woud verzamelen, dan klinken deze murmelende melodiën over het geheele landschap heen, even als in het land der Kozakken het klaaggeschreeuw der krekels en kikvorschen, en de geheele landstreek schijnt dan hem, die dit geneurie onbewust, dat het hier eene uitdrukking van vreugde is hoort, als gehuld in een somber treurwaas van muzikale klaagtoonen.

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek