Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juli 2025
Gewoonlijk vindt men 20 of 30 van deze Vogels dicht bij elkander: 6 of 8 op denzelfden boom, indien deze groot is. Hier blijven zij, zooals reeds opgemerkt werd, uren achtereen met den overstoorbaren, deftigen ernst van rechters zitten, terwijl zij af en toe eenige half onderdrukte geluiden laten hooren, die even vreemdsoortig zijn als hun gestalte en hunne gewoonten.
Evenals de krijgsman houdt het van trompetgeschal. Het krabt vroolijk met de voorpooten op den grond, wanneer dit geluid als sein voor het loopen bij wedrennen en gedurende den veldslag weerklinkt; het kent en begrijpt ook het tromgeroffel en alle geluiden, die met zijn moed en met zijn vrees in verband staan.
Sommige Vogels bepalen zich niet tot het gezang, dat hun van nature eigen is, maar voegen hierbij enkele tonen of strophen uit het gezang van andere Vogels en zelfs klanken of geluiden die niet van Vogels afkomstig zijn, en hun aandacht getrokken hebben. Zulke Vogels worden gewoonlijk "Spotvogels" genoemd, hoewel hun met dezen naam onrecht aangedaan wordt.
Toen klonken er plotseling een roep, twee schoten, een luiden schreeuw die bijna een gil was, drie snel op elkaar volgende schoten en het geluid van hout dat versplinterde. Al deze geluiden waren zeer duidelijk en zeer klein in de onmetelijke stilte van den nacht.
Integendeel hij werd buitengewoon wakker, gespannen, warm en zenuwachtig, hij lag naar het lichtste geluid te luisteren en het kwam hem voor, dat de stille nacht vol geluiden was, terwijl de stad sliep, met slechts hier en daar een wegstervende voetstap op haar straten.
"Opmerkelijk is de genegenheid van de tamme Papegaaien voor kinderen. Zelden heb ik een troepje spelende Indiaansche kinderen gezien, die geen Apen en Papegaaien bij zich hadden. Deze leeren spoedig alle geluiden, die zij in hun omgeving hooren, nabootsen: het geblaf van de Honden, het schreien en het lachen der kinderen, enz."
Volgens Owen maken sommige Sjakoehoenderen een bijna oorverdoovend getier. Een der leden van de troep begint met eenige sjirpende geluiden, de overige vallen achtereenvolgens in, het geschreeuw neemt meer en meer toe, totdat het eindelijk een voor het oor van den mensch bijna onverdragelijke hoogte bereikt. Hierna vermindert het en verstomt eindelijk geheel, hoewel slechts voor korten tijd.
Het is zijn loktoon en zijn minnelied; toorn en kwaadaardigheid toont hij door een woedend gegrinnik en een luid klinkend gekrijsch, die gepaard kunnen gaan met een hevig geblaas en een door het snel sluiten van den snavel veroorzaakt, knappend geluid. In den paartijd hoort men alle zooeven genoemde geluiden soms achtereenvolgens en dooreengemengd.
Haar gewone geluid is het bekende "krieè"; een zacht "kek" of "krek" geeft angst te kennen; deze klank wordt dikwijls herhaald bij toenemend, en in "kreiïk" veranderd, bij afnemend gevaar. Bij toorn roept het zoo dikwijls en haastig "krek", dat men de afzonderlijke geluiden bijna niet meer onderscheiden kan. Als het bij zijn nest verrast wordt, klinkt zijn geschreeuw als "snirrit snirrit".
Zeer gaarne vestigt hij zich ook in dennebosschen. Op zulke plaatsen verneemt men zijn gezang overal en ziet men, op deze geluiden afgaande, het paar in de hoogste boomkronen zich vermeien. De Meesterzanger verdient zijn naam. Men heeft op de waarde van zijn lied willen afdingen; er is echter geen twijfel aan, dat hij zelfs in zijn familie een hoogen rang inneemt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek