Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 mei 2025


Ik bedankte den Boekverkooper voor het gezicht, en haaste mij om mijn afscheid te neemen; wijl ik mijnen Geleidsman zeer veel te vraagen had: wij waren ook naauwlijks buiten deur, of ik vroeg hem terstond, of die eerwaardige persoon, die in den Boekwinkel was, de vader van den Boekverkooper ware. Geleider. Neen! maar hij is ons aller Vader. Dit was nu de Vader van Nederland. Ik.

De Vrouw. Vleesch van leevendige beesten, Vriend! Ik. Neen, goede vrouw! van doode? slagt men hier dan geen vee? Mijn Geleidsman hielp mij spoedig uit den droom; zeggende: neen vriend! niemand zou thands eenig beest willen dooden, veel minder het vleesch der dieren eeten.

Ik nam spoedig dit boek, met greetigheid, in handen, las 'er eenige zaaken in; inzonderheid hoedanig de Bibliotheek des Konings zig voordeedt, en de Geleidsman dezes Schrijvers, gelijk ook al wat deze schrandere Wijsgeer in den droom gezien hadt, kwam mij zo aanmerkelijk en weetenswaardig voor, dat ik alle moeite inspande om insgelijks zo verrukt, zo geheel ingespannen te denken, of mij ook zodanig een mijmering overvallen mogte, ten einde ik eenig inzien mogte verkrijgen, hoedanig de gesteldheid der menschelijke maatschappij, in het toekomend Jaar drieduizend, zig zal voordoen; ik zette mij dan in een zeer gemakkelijke houding tot peinzen, terwijl ik eenigen tijd geen verhindering verwagte, met het bewuste boek in de hand, en begon eindelijk mij den persoon, die dien Schrijver geleide, zo naauwkeurig voor te stellen of ik hem daar zo voor mijne oogen zag.

Wel zeeker, Ja! wij liggen des nagts op dons van zwaanen, of andere zeer zagte vederen; maar ik geloof ook dat wij aan deze weekelijke levenswijze veel de verzwakking van ons gestel te danken hebben. Inmiddels waren wij voor den winkel van den Boekverkooper genaderd; waar door ons gesprek afgebroken werdt, en mijn geleidsman mij verzogt binnen te treeden.

Eeuw scheen te zyn, in gesprek te komen, deedt my, in mijne mijmering, naauwlijks opletten, dat de meeste huizen, langs welken wij voorbij gingen, meestäl meer naar boeren wooningen dan naar voortreffelijke Paleizen geleeken, gelijk ik eertijds in een stad van handel en rijkdom, gelijk deze, gewoon was aantetreffen; naa een weinig met mijnen Geleidsman voort gewandeld te hebben, kwamen wij aan een groote diepte, waaraf wij langs een gebaanden weg neder klommen, in een dal, 't welk tusschen twee hoogten, of bergjens, gevormd werdt.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek