Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 21 mei 2025
Dan was het een loopen en vluchten naar overdekte plaatsen, een gefladder van mantels en jassen, een gescharrel van japonnen, opgehouden in de vaart, toonend de witte kousen, heel het onhandig en wanhopig geharrewar van een verraste en overvallen menigte; en kleine gilletjes van angst rezen op, en gegiegel van pret kwam van onder de huisingangen, waar de menschen op elkaâr gepakt stonden als schapen in een hok, lachend, zich vermakend met de nog vluchtenden.
Soms komen zij in groote vluchten op schepen om hier eenige oogenblikken uit te rusten. Door hare handelingen gelijken de Sneeuwgorsen zoowel op de Leeuweriken als op de Gorsen. Zij loopen geheel op de wijze van de Leeuweriken, vliegen behendig en zonder moeite, met weinig gefladder en volgens groote booglijnen, gedurende de reis op aanzienlijke hoogte, overigens liefst dicht bij den bodem.
Toch had het duet groot succes en in een stijgende vroolijkheid galmden zij weldra met hun vieren, Ange, Léonie, Etienne en Paul, zoowel uit de maat als uit den toon, nu het langoureuse: "Un baiser est bien douce chose!" dan het comique: "Le grand singe d'Amérique!" en hun muziek dartelde als een gefladder van luchtige melodie vroolijk door de salons.
Hij drentelt, tot hij het gefladder van de linten van een klein wit mutsje in het oog krijgt, en dan versnelt hij zijn stap, en het jonge kamermeisje stapt hem lichtjes tegemoet. In de schaduw van het buurhuis buiten het gezicht van eenig oog, dat zou kunnen kijken uit het huis, waar ze dient, toeft Mary een poosje met haar minnaar. Hij houdt haar hand in de zijne en ze praten ernstig samen.
De zon zal spoedig opgaan, en de hemel is wazig rose verlicht, een heerlijk koeltje waait nog, wat straks door eene geweldige hitte vervangen zal worden; men apprecieert het dientengevolge des te meer! Onze weg voert door glooiend land, met aan weerszijden oploopende bergen. Overal beweging en gefladder van de vreemdste vogelsoorten welke hun gezang of eigenaardig geschreeuw laten hooren.
Het gedruis van staal en snorrende wieken was om zijn top. Een wild gefladder wemelde er door de lucht om, van spookachtige verschijningen op vleermuizenvlerken, die er warrelden door elkaar. Zij veranderden in het bewegen van gedaante, als wisselden zij van vorm.
Een vreemd geruisch vervulde de lucht; het was het gefladder en gekrijsch van een ontelbare menigte vogels. Wij voeren dicht voorbij de Stappenegroep. Deze bestaat uit vier steenachtige eilandjes, vol scherpe rotspunten, die myriaden gevederde bewoners tot broedplaats dienen. Het snelle vleugelgeklepper deed ons vermoeden, dat het meerendeels stormvogels en wilde eenden waren.
Maar in dien tusschentijd heeft zij met een ergen vijand te kampen: een klein, mooi vogeltje, met roode en witte vederen. Als eene vernielende hagelbui strijken deze gasten in dichte zwermen op de volle halmen neder, en doen de rijpe vrucht ter aarde vallen. Het is inderdaad een genot hun gefladder en gewemel, hun getrappel en rumoerige beweging te zien, en hunne luide vreugdekreten te hooren.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek