Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 mei 2025


LUCIUS. Beestachtig ruwe schurken, als gijzelf! AARON. Nu ja, ik was de meester, die hen leerde. Hun geilheid was een gave van hun moeder, Zoo zeker, als de hoogste kaart in 't spel; Hun lust in bloed, ja, leerden zij van mij, Zoo zeker als een bloedhond weet te pakken. Nu, geev' mijn doen getuig'nis van mijn waarde.

AARON. Welnu, wat mauwt en schreeuwt gij zoo? wat houdt gij Daar zoo omhuld, verborgen in uw armen? VOEDSTER. Wat ik voor 's hemels oogen liefst verborg; De schande der vorstin, de smaad van Rome. Zij is verlost, mijn heeren, ze is verlost. AARON. Van wat? VOEDSTER. Zij kwam in 't kinderbed, bedoel ik. AARON. God geev' haar zoete rust! Wat zond Hij haar? VOEDSTER. Een duivel.

Alsof zijn schelmsche zoons, Door 't recht gevonnisd om den moord mijns broeders, Door mij geslacht zijn, tegen wet en recht! Gaat, sleept den booswicht bij de haren hier; Geen roem noch leeftijd geev' hem eenig voorrecht Voor dezen trotschen hoon doe ik u slachten; Sluw-dolle schurk, gij hielpt mij aan de kroon, Maar hopend over Rome en mij te heerschen. Wat nieuws brengt gij, Æmilius?

Geluk zal hem geschieden, In al zijn wegen zal verleenen overvloed, Uw wijf zal gelijk zijn den wijnstok, na 't bedieden , Die vrucht draagt t' zijner tijd, zij zal ontvangen spoed ; Aan den Disch, als een kroon, uw kinders lieflijk zoet, Als olijfranken schoon, zult gij ze klaar aanschouwen, Met veel weldaden meer, van God verkrijgen goed: De Heer geev' haar doch kracht, om inliefd' niet te flaauwen, Maar Jonst hen voege t' zaâm, begeerig na vreeds-dauwen, Als d' Haas-baart zijn kracht snel, om loopend d' Hond t' ontwijken, Snakkend naar 't water Claar; 'k en kan 't beter gelijken.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek