Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juni 2025
Maar de gaarkeuken ontaarde en werd slecht, de wijn, die altijd slecht was geweest, werd afschuwelijk. Courfeyrac en zijn vrienden kwamen echter nog altijd in Corinthe uit medelijden, zei Bossuet. De weduwe Hucheloup was kortademig en wanstaltig, zij sprak gaarne van haar landelijke herinneringen, waaraan haar tongval steeds eenige bekoorlijkheid verleende.
Hallo! Een massa stoom! De pudding was uit den vorm. Een lucht als op waschdag! Dat was de doek waarin hij gekookt was. Ik zeg een lucht alsof er een gaarkeuken en pasteibakker naast elkaar woonden, met een waschvrouw daar weer naast! D
Ik had het met zorg geladen en droeg het met gespannen haan, terwijl ik angstig en oplettend keek rechts en links. Maar niets! De musschen wantrouwden waarschijnlijk de Parijzer gaarkeuken en hielden zich schuil. Ik legde een of twee malen aan.... Het waren slechts bladeren, die onder de bries zich bewogen en, wel beschouwd, mocht ik mij toch niet veroorloven bladeren te schieten!
Uit eene naburige gaarkeuken halen onze bedienden, voor ons dejeuner, heerlijke kiëbabs in eene fijne broodkorst gewikkeld, en gekonfijte, sterk gekruide vruchten, die in Perzië bij eiken maaltijd worden gegeten.
Soms at hij bij Suisse, soms in de gaarkeuken, soms kocht hij een paar eieren. Het was geen nagemaakt vie de bohème, geen artistieke anstellerij: het was zijn gewoon goedhartig normaal leven. Als zijn vrienden kwamen oploopen, lei hij zijn penseelen neer, werd er gebitterd uit gebroken glaasjes en eierdoppen, werd er gewerkt met de gewichten, geschermd met oude sabels.
Zij hadden het zoo goed als zij maar konden verlangen, want vele gegoede burgers der stad, die het hunne gespaard zagen, namen in de vreugde van hun hart enkele krijgslieden, of zelfs wel een geheele troep, mede naar de gaarkeuken of de herberg, en in dezen nacht zal de voorraad wijn der Alexandrijnen zeker aanmerkelijk verminderen.
Ik had mijne aandacht ook gevestigd op een gaarkeuken, waarvan de eigenaar, een flink gebouwd man, achter een groot fornuis stond; toen ik hem verzocht, een oogenblik stil te staan, snoot hij eerst zijn neus naar landsgebruik: zakdoeken zijn hier volkomen onbekend.
Aan het buffet, waar de destijds nog mollige en frissche madame Rousseau zetelde, gaf hij een sou voor den knecht en schonk madame Rousseau hem een vriendelijk lonkje. Daarmeê vertrok hij. Voor zestien sous had hij dus een diné en een lonk gehad. Deze restaurant Rousseau, waar zoo weinig wijn en zoo veel water werd gedronken, was meer kalmeerend dan restaureerend. Die gaarkeuken bestaat niet meer.
Hij beschreef de heenreis en de terugreis, hoe hij nu eens in een herberg middagmaalde met tongenpastei, dan weer een watermolen voorbijkwam, dan dobbelde, dan in een gaarkeuken afstapte, en hij wrong de woorden van de profeten en evangelisten, om op die verzonnen beuzelpraatjes te slaan. "En daarmee leek hij aan de onervaren schare en aan de vette groote heeren een god gelijk."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek