Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juni 2025
Men geloofde zelfs niet meer aan het bestaan van het fortje, en daaruit was eene soort van veiligheid voor het vreemdsoortig en boosaardig wezen gesproten, die er zijn gewoon verblijf had opgeslagen. En vandaar dan ook het geheimzinnige, dat het privaat-leven van Texar als met een sluier omgaf.
»Maar sedert vele jaren is de monding, waarlangs de gemeenschap met den stroom plaats had, verzand, en het...." »Nu ga voort. Waarom te aarzelen, Mars?" »En het fortje is verlaten en aan den tand des tijds overgegeven geworden." »Zijt gij er ooit geweest?" »Nooit." »Welnu, wat denkt gij er van?" »Dat, als er van dat fortje nog iets bestaat, dit niet heel veel kan wezen."
Geen uur, geene minuut zou zij laten voorbijsnellen, zonder dat zij daadwerkelijk of met den geest bezig zoude zijn om de middelen tot die vlucht voor te bereiden. En toch, zou het mogelijk zijn, gadegeslagen als zij werd door den Indiaan Squambo en door zijne negerslaven, het fortje te kunnen verlaten?
De kleine Dy ontwaakte zelfs niet, toen Zermah de poterne van het fortje doorstapte, ook niet, toen zij in eene kamer, die aan het centraal reduit grensde, opgesloten werd. Het kleine meisje werd in een deken gewikkeld, die in een hoek van het vertrek lag, en daarna op een hoop stroo neergelegd, die tot bed voor beiden moest dienen. Zermah zou evenwel niet slapen; zij zou bij hare lieveling waken.
Het was in een fortje, dat bij den noordwestelijken hoek aangelegd was, dat Silas Toronthal en Carpena ieder in eene cel opgesloten waren, waarin zij hoegenaamd niemand te zien kregen. Zij kenden elkander niet anders dan van naam; want de bankier had zich nimmer met de zaken van Sarcany op Sicilië ingelaten.
Texar en Squambo verlieten toen het fortje, waarna de poort achter hen gesloten werd. Weinige oogenblikken later verliet de squif, door den Indiaan bestuurd, het eilandje en stevende door de sombere kronkelingen van de uitgestrekte lagune. Daar buiten gekomen, ontmoetten zij een vaartuig, dat in de monding der Zwarte Kreek, evenwel op stroom der Sint John, den Spanjaard lag te wachten.
Eene vrouw en een kind zouden dus slechts zeer moeilijk uit dat fortje en van dat eiland kunnen ontsnappen. Voor het geval zelfs dat Zermah een vaartuig zoude kunnen bemachtigen, viel er niet aan te denken uit dit doolhof zonder gids te geraken.
Of zou hij niet eerder voornemens zijn in het fortje te blijven totdat de dag zou zijn aangebroken, en van de gelegenheid gebruik maken om de kleurlinge voor zich te doen verschijnen en omtrent zijne gevangenen de een of andere nieuwe beslissing te nemen? Hieromtrent werd Zermah spoedig genoeg gerustgesteld. De Spanjaard stond van zijn zetel op en naderde de deur, om het reduit te verlaten.
Het was inderdaad de versterking van de Zwarte Kreek, waarvan het bestaan in dit gedeelte van het graafschap Duval zelfs niet meer vermoed werd. En zijn meester bij den armen slaaf latende, die den doodsstrijd begonnen was, spoedde hij zich voort door de potern van het fortje. Mars had niet veel tijd noodig om het innerlijke van het blokhuis te doorloopen.
Daar was eene strook, die niet door het vuur der strandbatterijen en door dat van het fortje bestreken werd, en waar dus gemakkelijk troepen konden ontscheept worden. Men had nog geen tijd gehad, om daar het versterkingsplan te voltooien. Dat was wel te betreuren. Daar bestond het gevaar, en misschien was het reeds te laat, om afdoende verdedigingswerken te ontwerpen en daar te stellen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek