Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
Fang op dat oogenblik bezig in een morgenblad een artikel door te lezen, dat betrekking had op één van zijn laatste uitspraken en voor de drie honderd vijftigste maal den Staatssecretaris van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken aanbeval op hem letten. Hij was daardoor uit zijn humeur en keek boos op. »Wie bent u?« zei Mr. Fang. De oude heer wees, eenigszins verwonderd, naar zijn kaartje.
»Ik had niemand om op den winkel te passen,« antwoordde de man. »Iedereen, die mij had kunnen helpen was meegeloopen, den jongen achterna. Eerst vijf minuten geleden kon ik iemand krijgen en ik ben hier naar toe gehold.« »De aanklager stond te lezen, nietwaar?« vroeg Fang na een nieuwe stilte. »Ja,« antwoordde de man. »Uit het boek, dat hij in zijn hand heeft.«
»Hij heeft zich al bezeerd,« zei de oude heer ten slotte. »En ik vrees,« voegde hij er op vasten toon bij, terwijl hij naar de kooi keek, »ik vrees werkelijk, dat hij ziek is.« »O ja, wel zeker!« smaalde Mr. Fang. »Kom, jonge rakker, geen van je kunsten hier; daar kom je niet verder mee. Hoe heet je?« Oliver trachtte te antwoorden, maar zijn tong weigerde hem den dienst.
Fang, u moet mij aanhooren. U mag 't niet weigeren.« De man was in zijn recht. Zijn optreden was beslist en de zaak werd te ernstig om zoo maar zonder meer van de baan geschoven te worden. »Neem dien man den eed af,« snauwde Mr. Fang, allesbehalve vriendelijk. »Nu man, wat heb je te zeggen?«
Fang niet weinig verontwaardigd, een ongenooden gast op zulk een oneerbiedige, onordelijke wijze te zien binnenstormen. »Wat beteekent dat? Wie is dat? Gooi dien man er uit. Ontruim het bureau!« riep Mr. Fang. »Ik wil spreken,« riep de man, »ik wil er niet uitgegooid worden. Ik heb alles gezien. Ik houd 't boekenstalletje. U moet mij den eed afnemen. Ik wil niet zwijgen. Mr.
»O, dat boek?« zei Fang. »Is 't betaald?« »Neen,« antwoordde de man met een glimlach. »Lieve hemel, dat heb ik heelemaal vergeten!« riep de oude heer argeloos uit.
Brownlow het bureau rond als zocht hij iemand, die hem de gewenschte inlichtingen zou willen geven. »Agent!« zei Mr. Fang, het papier vóór zich verschuivend, »waar wordt die man van beschuldigd?« »Hij is heelemaal niet beschuldigd, Edelachtbare,« antwoordde de agent. »Hij verschijnt als aanklager van den jongen, Edelachtbare.«
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek