Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 oktober 2025


Dit gezicht, dat tweemaal door Van Eyck geschilderd is, schijnt wel het minst Italiaansche, dat ooit uit oogen keek. Doch de aanduiding van het stuk als "Hernoul le fin avez sa femme dedens une chambre" in den inventaris der schilderijen van Margareta van Oostenrijk uit 1516 blijft wel een sterk argument, om er Arnolfini in te zien.

De Heer EYCK TOT ZUYLICHEM te Utrecht heeft in de Vrije Fries, V 163, eene Beschouwing van den Bouwtrant van eenige oude Kerken in Friesland gegeven, waarin hij de gewone, nog onveranderde bouworde onzer dorpskerken zeer merkwaardig noemt, als behoorende tot den Romaanschen of Oud-Gothischen bouwtrant, met ronde koorsluiting, van niet later dan de 11e of 12e eeuw.

Hoe zou ons inzicht in het karakter der vijftiendeëeuwsche kunst verlengd worden, indien wij de badstoof van Jan van Eyck en zijn jachttafereelen konden plaatsen naast de vele pieta's en madonna's. Van geheele gebieden der toegepaste kunst hebben wij nauwelijks een voorstelling.

Het is een staatsiebuiging, waarmee de Engel Maria begroet, en hij komt niet met den lelietak zooals daar, niet met het hoofd omgord door een smallen diadeem, doch met een schepter en een rijke kroon, en op zijn aangezicht de strakke, aeginetische lach. In gloeiende kleurenpracht en schittering van paarlen, goud en gesteente overtreft hij alle engelfiguren, die Van Eyck schilderde.

De kerel, die zich naast den hertog aan het venster dringt, draagt een handschoen van zwart gevernist ijzer, waarmee hij op de vensterbank slaat, om stilte te gebieden. Dit nauwkeurig en direct waargenomene te beschrijven in een kernachtig eenvoudig woord is in het litteraire, wat de geweldige visueele scherpte van Van Eyck tot volmaaktheid van uitdrukking in de schilderkunst vermocht.

De voorstelling verloopt geheel aan de oppervlakte. Doch de verbeelding is scherp en levend. Zijn portret van Philips den Goede heeft bijna de onmiddellijkheid van een Van Eyck. Met de behagelijkheid van een chroniqueur, die in zijn hart novellist is, heeft hij een bijzonder uitvoerig verhaal gegeven van een twist tusschen den hertog en zijn zoon Karel uit het begin van het jaar 1457.

Van Eyck kan zijn engelen en goddelijke figuren behangen met de zware praal van stijve gewaden, druipende van goud en steenen; om naar omhoog te wijzen behoeft hij nog niet de fladderende slippen en spartelende beenen der barok. Doch al is dat geloof zeer onmiddellijk en sterk, primitief is het daarom niet.

Het genre-achtige steekt in al zijn détails: tusschen de wijze, waarop Van Eyck en waarop de meester van Flémalle een vensterblind laat openstaan, een buffetje of een haard schildert, is de stap gedaan van de zuiver picturale visie naar het genre. Doch reeds op dit gebied heeft nu het woord opeens een dimensie meer dan de afbeelding. Het kan de gemoedsstemming expliciet weergeven.

Doch eerst buiten de open hal, die de hoofdfiguren omhult, bereikt de lust aan de uitwerking der détails zijn volle kracht. Daar ontrolt zich als doorkijk door de kolonnade het wonderbaarlijkste vergezicht, dat Van Eyck ooit heeft geschilderd. De beschrijving ervan moge ontleend worden aan Durand-Gréville.

Tusschen Chastellain en Jan van Eyck is onmiskenbare verwantschap, bij verschil in hoogheid. Van Eyck op zijn slechtst is ongeveer Chastellain op zijn best, en het is al wel, om in het mindere Van Eyck te evenaren. Ik denk bij voorbeeld aan de zingende engelen op het Gentsche altaarstuk.

Woord Van De Dag

palaemon

Anderen Op Zoek