Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 oktober 2025


Die eigenschap der ongebreidelde uitwerking worde hier eenigermate analyseerend gedemonstreerd aan twee schilderijen van Jan van Eyck. Vooreerst de Madonna van den kanselier Rolin in het Louvre.

Onder do schilderijen vindt men er van Rubens, Van Dijck, Dürer, Holbein, Velasquez, Caravaggio, Van Eyck, Cranach en andere beroemde meesters.

Men heeft dezen kunstenaar op één lijn willen stellen met de gebroeders Van Eyck en Van der Weide. De authentieke schilderijen van zijn hand kunnen daarop het beste antwoord geven. Oudtijds, even goed als heden, hebben de portugeesche schilders de teekening te zeer verwaarloosd, dan dat zij op gelijken voet kunnen worden behandeld met de groote meesters, vooral met die uit de hollandsche school.

De pijnlijke nauwgezetheid, waarmee de stof der gewaden, het marmer van de vloertegels en zuilen, de glinstering der vensterruiten, het misboek van den kanselier zijn behandeld, zou ons bij ieder ander dan Van Eyck de qualificatie schoolmeesterachtig ontlokken.

Nicolo Pisano, want van hem spreken wij, is een hervormer, een wegbaner, een schepper, de evenknie van een Brunellesco, van een Donatello of van de gebroeders Van Eyck, de beroemde vlaamsche schilders; een dier meesters, die zich aanstonds tot zoo ongelijkbare hoogte verheffen, dat hunne opvolgers, gedurende verscheidene geslachten, hen niet alleen niet kunnen overtreffen, maar zelfs niet evenaren.

In de werkplaats van Jan van Eyck werden standbeelden beschilderd, en hij zelf vervaardigde voor hertog Philips een soort van wereldkaart, waarop steden en landen wonderbaarlijk fijn en duidelijk geschilderd te zien waren.

Bekoring moet het essentieele element zijn van het kleine Liefdetooverijtje, wel met 'school van Jan van Eyck' betiteld, een kamer, waar een meisje, naakt, zooals dat bij tooverij hoort, door toovermiddelen den minnaar dwingt, zich te vertoonen. Hier is het naakt van die bescheiden wulpschheid, die zich in Cranach's naaktfiguren voortzet.

Wij, wij zijn afstammelingen van Van Maerlant, van Artevelde, van Van Eyck; wij hebben eene grondwet, die ons het vrije genot onzer moedertaal waarborgt; wij zijn geen overwonnen volk; wij zijn de groote meerderheid der Belgische natie ... en tot zooverre zijn wij in de kolk der vernedering gezonken, dat wij den ongelukkigen Hongaren het genot van het heiligste recht benijden moeten!

Waar is de groote, jonge bezieling en de nieuwe, zuivere vorm? Bazel 1520, p. 146. E. Durand Gréville, Hubert et Jean van Eyck, Bruxelles, 1910, p. 119. p. 361. Alain Chartier, Oeuvres, ed. Duchesne, p. 594. Chastellain, I p. 11, 12. IV p. 21, 393, VII p. 160; La Marche, I p. 14; Molinet, I p. 23. Jean Robertet, bij Chastellain, VII p. 182. Chastellain, VII p. 219. Chastellain, III p. 231ss.

Het is, alsof Van Eyck hier al de voor niets terugschrikkende virtuositeit van den meester, die alles kan en alles durft, heeft willen uitvoeren. Het is tegelijk het meest primitieve, meest hieratische van zijn werken en het meest geraffineerde. In houding en gelaatsuitdrukking missen beide figuren de zachte gevoeligheid der Annunciatie op den buitenkant van het Lam.

Woord Van De Dag

palaemon

Anderen Op Zoek